070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Tips voor werkgevers en werknemers

 

Vergoedingsbedragen binnenlandse dienstreizen gewijzigd

De vergoedingsbedragen voor verblijfskosten voor binnenlandse dienstreizen zijn per 1 januari 2024 gewijzigd. De verblijfskostenvergoedingen van ambtenaren op dienstreis zijn geregeld in de cao Rijk. Bent u als werkgever níet gebonden aan de cao Rijk? Dan kunt u deze vergoedingen toch onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde fiscale gevolgen toekennen aan uw werknemers. Mits deze werknemers vanuit kostenoogpunt in gelijke omstandigheden verkeren als ambtenaren op dienstreis. U kunt een deel van de vergoeding voor binnenlandse dienstreizen aanwijzen als gericht vrijgesteld eindheffingsbestanddeel.

Maakt de werknemer een binnenlandse dienstreis? Dan mag u, naast de reiskostenvergoeding, ook een gericht vrijgestelde vergoeding voor noodzakelijke verblijfskosten geven. De dienstreis moet dan wel aan de volgende twee voorwaarden voldoen: 1) de dienstreis duurt ten minste 4 uur; én 2) de bestemming ligt in een andere gemeente of minstens 1 kilometer van de eigen werklocatie vandaan.

Vergoedingen
De werknemer kan in 2024 de volgende vergoedingen krijgen voor de kosten van verblijf:

Kleine uitgaven overdag€ 6,64 Geen aanvullende voorwaarden

Kleine uitgaven ’s avonds€ 19,82 Aansluitend op overnachting vanwege de dienstreis

Logies€ 142,10 Per overnachting

Ontbijt — € 13,88 Na overnachting vanwege dienstreis

Lunch — € 20,32 Binnen de dienstreis tussen 12.00 tot 14.00 uur

Avondmaaltijd — € 30,74 Binnen de dienstreis tussen 18.00 en 21.00 uur

Behalve voor de kleine uitgaven overdag en in de avond geldt als voorwaarde voor de vergoeding dat de werknemer daarvoor kosten heeft gemaakt in een gelegenheid die daarvoor bedoeld is. Vergoedt u meer dan deze bedragen? Dan kunt u het bovenmatige deel van de vergoeding tot het loon van de werknemer rekenen of aanwijzen als eindheffingsloon.

 

Voorkom vervallen wettelijke vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen over een kalenderjaar vervallen als deze niet binnen de eerste 6 maanden van het daarop volgende jaar zijn opgenomen. Zo vervallen de wettelijke vakantiedagen over het jaar 2023, als uw werknemers die dagen niet opnemen vóór 1 juli 2024. De Europese rechter heeft echter beslist dat de wettelijke vakantiedagen níet vervallen als u uw werknemers niet duidelijk en tijdig hebt geïnformeerd over de vervaltermijn van hun vakantiedagen. U moet uw werknemers stimuleren en ook in staat stellen om de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Doet u dit niet (goed), dan behouden uw werknemers de wettelijke vakantiedagen en kunnen zij later bij uitdiensttreding om uitbetaling van die dagen verzoeken.

 

Tips voor elke elke belastingbetaler

 

Definitieve box-3-rendementspercentages 2023

De definitieve forfaitaire rendementspercentages 2023 voor de categorieën ‘bank- en spaartegoeden’ en ‘schulden’ zijn vastgesteld op 0,92% respectievelijk 2,46%. Deze percentages waren voorlopig vastgesteld op 0,36% respectievelijk 2,57%. Het forfaitaire rendementspercentage over 2023 voor de ‘overige bezittingen’ was al definitief vastgesteld op 6,17%. Het grote verschil tussen het voorlopige rendementspercentage voor ‘bank- en spaartegoeden’ over 2023 (0,36%) en het definitieve percentage (0,92%), kan aanleiding zijn om actie te ondernemen. Bij de vaststelling van de voorlopige aanslag IB 2023 is namelijk met het lage voorlopige percentage rekening gehouden. Heeft u bank- en spaartegoeden die fors boven het heffingvrije vermogen (€ 57.000 per belastingplichtige / € 114.000 fiscale partners) uitkomen, laat dan controleren of het nodig is om een nadere voorlopige aanslag aan te vragen. Zo voorkomt u dat u belastingrente moet betalen over de bij te betalen inkomstenbelasting.

 

Laat uw WOZ-beschikking controleren

Binnenkort valt de WOZ-beschikking 2024 op uw (digitale) deurmat. De WOZ-waarde 2024 betreft de waarde van de woning (of het gebouw) op de waardepeildatum 1 januari 2023. Het verdient aanbeveling deze beschikking te (laten) controleren vanwege het grote belang. De WOZ-waarde is immers niet alleen relevant voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor andere belastingen, zoals de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting. Bent u het niet eens met de vastgestelde waarde in de WOZ-beschikking, dan moet u binnen 6 weken na de dagtekening van de beschikking daartegen bezwaar aantekenen bij uw gemeente. Is deze termijn verstreken en heeft u geen bezwaar gemaakt? Dan zit u weer een jaar vast aan de vastgestelde waarde voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor de andere belastingen.

Let op
U kunt geen bezwaar aantekenen bij de Belastingdienst!

 

Dien tijdig schenkingsaangifte 2023 in

Heeft u van uw ouders een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Dan moet u – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor wel een schenkingsaangifte indienen. Deze eenmalige vrijstelling kunt u namelijk alleen benutten als u in de schenkingsaangifte heeft verzocht om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet u uiterlijk vóór 1 maart 2024 hebben ingediend. U logt hiervoor in met uw DigiD op MijnBelastingdienst. De eenmalig vrijgestelde schenkingen in 2023 zijn:

  • een vrij te besteden schenking van € 28.947; of
  • een extra verhoogde schenking van € 60.298 voor een dure studie; of
  • een extra verhoogde schenking voor de eigen woning van € 28.947 

(Deze vrijstelling is per 1 januari 2024 vervallen). 

Let op
Heeft u van uw ouders in 2023 een niet eenmalig vrijgestelde schenking gehad van meer dan € 6.035? Dan bent u over het meerdere schenkbelasting verschuldigd. Ook dan moet u uiterlijk vóór 1 maart 2024 een schenkingsaangifte indienen.

 

Benut middelingsregeling bij wisselend inkomen

De middelingsregeling is sinds vorig jaar afgeschaft. Maar u kunt deze regeling nog wel benutten als u tot en met 2024 met inkomensschommelingen te maken hebt. Die wisselende inkomsten kunnen in het ene jaar zwaar belast zijn en in het andere jaar juist niet. De middelingsregeling matigt de belastingheffing over deze inkomsten door de inkomsten gelijkmatig over de jaren te verdelen. U telt de belastbare inkomens van drie aaneengesloten jaren op en deelt het totaal door drie. Over dit gemiddelde inkomen herrekent u per jaar de verschuldigde inkomstenbelasting. Als u over de drie jaren meer dan € 545 minder belasting verschuldigd bent dan zonder de middeling, kunt u deze belasting terugvragen bij de Belastingdienst. De teruggaaf heeft geen invloed op de toeslagen die u al hebt gehad. 

Heeft u bijvoorbeeld in 2021, 2022 en 2023 een sterk wisselend inkomen gehad? Dan is het verstandig om te (laten) berekenen of toepassing van de middelingsregeling u een belastingvoordeel oplevert. Situaties waarin de middelingsregeling voordelig kan zijn, zijn: 

  • bij sterk wisselende winst uit uw onderneming;
  • na uw afstuderen als u een vaste baan hebt gekregen; 
  • als u een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) heeft ontvangen;
  • u in de afgelopen jaren bent gestart of gestopt met werken;
  • als u minder bent gaan werken of onbetaald verlof heeft opgenomen.

Berekening meesturen niet nodig
U hoeft geen berekening mee te sturen bij uw middelingsverzoek. Wel moet u aangeven over welke drie aaneengesloten kalenderjaren de middeling moet plaatsvinden. De overige gegevens die nodig zijn voor het herberekenen van de belasting in het kader van middeling zijn bij de Belastingdienst bekend. Het is wel verstandig om de middelingsberekening voor uzelf te (laten) maken. Zo kunt u controleren of de berekening van de Belastingdienst klopt.

Let op
U kunt een verzoek om toepassing van de middelingsregeling doen, zodra de aanslagen over de betreffende jaren definitief zijn.

 

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 6 februari 2024. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.