070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Het belastingplan 2019 en de overige Prinsjesdag stukken zijn op dinsdag 18 september 2018 door minister Hoekstra aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit zijn belangrijke fiscale maatregelen:

Inkomstenbelasting – voor iedereen

• Het aantal tariefschijven in Box 1 van de inkomstenbelasting wordt stapsgewijs afgebouwd van vier naar twee. Het tarief van de eerste schijf wordt per 1 januari 2021 37,05%. In de hoogste schijf wordt het tarief in 2021 49,5% . Voor AOW-gerechtigden blijven er drie schijven. Het tarief over de eerste schijf wordt voor hen per 1 januari 2021 19,15%.
• Er wordt af en toe gespeculeerd over een grondige herziening van de inkomstenbelasting, en met name over vervanging van box 3 door een heffing over werkelijk rendement. Die is nog niet gekomen. Per 1 januari 2019 wordt wel het forfaitaire rendement in Box 3 iets aangepast. De schijven gelden per belastingplichtige. Bij fiscaal partners loont het  om  het box 3 vermogen zo te verdelen dat de onderste tariefschijf maximaal benut wordt. Tot en met 2016 bedroeg het effectief tarief 1,2%. Sinds de introductie van het schijventarief betaalt u over de 1e schijf minder belasting en over de 2e en 3e schijf meer.  Wie een spaar-BV heeft weet nu dat deze BV voorlopig dienst kan blijven doen.
• Het heffingsvrije vermogen in Box 3 wordt € 30.360 per belastingplichtige (het dubbele voor fiscaal partners). Dat was in 2018 € 30.000.
• De aftrek van scholingsuitgaven wordt in 2020 afgeschaft.
• Diverse aftrekposten worden vanaf 2020 stapsgewijs tegen een lager tarief in aanmerking genomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de betaalde alimentatie. In 2020 zijn deze aftrekposten maximaal aftrekbaar tegen een tarief van 46%. Dit tarief daalt met 3% per jaar tot een tarief van € 37,05% in 2023. Deze maatregel treft inkomens die belast worden in de hoogste schijf.

Inkomstenbelasting – eigen woning

• Het eigenwoningforfait wordt verlaagd, met ingang van 2020 stapsgewijs van 0,75% naar 0,45%. De verlaging geldt slechts voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.060.000. De villa-tax blijft dus in stand.
• De regeling waardoor je geen eigenwoningforfait hoeft aan te geven bij geringe of ontbreken van hypotheekschuld (de zgn. Wet Hillen) wordt geleidelijk afgeschaft.
• De aftrek voor uitgaven voor onderhoudskosten voor monumentenpanden wordt afgeschaft. In de plaats hiervoor komt een subsidieregeling. De subsidie is alleen beschikbaar voor particuliere eigenaren van een rijksmonument die door de particuliere eigenaar als hoofdverblijf in gebruik is. De subsidie bedraagt 35% van de ‘subsidiabele kosten’. Dit zijn kosten gemaakt ten behoeve van de instandhouding van het monument.
• De in 2014 ingezette stapsgewijze verlaging van het tarief voor de hypotheekrente-aftrek in de hoogste schijf wordt fors versneld. Met ingang van 2020 wordt het tarief van de belastingkorting bij woningrente met 3% per jaar verlaagd tot 37,05% in 2023.

Inkomstenbelasting en BTW – ondernemers

• De voorwaartse verliesverrekening in Box 2 wordt beperkt van 9 naar 6 jaar. Het voorstel voorziet in overgangsrecht. Het is dus meer dan vroeger zaak om verliezen en winsten waar mogelijk zo te “timen” dat verliezen tijdig worden goedgemaakt. De achterwaartse verliesverrekening blijft voor ondernemingsverlies één jaar.
• Ook de ondernemersfaciliteiten worden stapsgewijs tegen een lager tarief in aanmerking genomen. Denk aan zelfstandigenaftrek en MKB winstvrijstelling. In 2020 zijn deze aftrekposten maximaal aftrekbaar tegen een tarief van 46%. Dit tarief daalt met 3% per jaar tot een tarief van € 37,05% in 2023.
• De kleine ondernemersregeling in de BTW wordt in 2020 vernieuwd. De vrijstelling zal niet meer afhankelijk zijn van de af te dragen BTW, maar van de omzet (€ 20.000). De regeling voorziet ook in een vrijstelling van de verplichting tot het doen van aangifte. De KOR is vanaf 2020 naast voor ondernemers/natuurlijke personen ook toegankelijk voor rechtspersonen.
• Kleine ondernemers die alleen in Nederland zijn gevestigd en via internet digitale diensten verrichten voor particulieren in andere EU lidstaten mogen vanaf 2019 in Nederland BTW aangifte doen naar het Nederlandse tarief. Daarbij geldt als voorwaarde va de jaaromzet van deze diensten niet meer dan € 10.000 bedraagt. Zij mogen er ook voor kiezen om BTW af te dragen in de lidstaat van de particulier.

Inkomstenbelasting – DGA’s

• Het tarief van Box 2 (de heffing over o.a. dividend uit de eigen BV) verhoogd van 25% naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. Dit is minder dan de aanvankelijk aangekondigde 28,5%. In 2019 moeten DGA’s dus besluiten of ze dividend willen uitkeren om nog het oude tarief te gebruiken.
• Schulden privé aan BV boven de € 500.000 gelden in 2022 als dividend. Voor wie dit aangaat: Het is dus zaak om voor 1 januari 2022 uw schulden af te bouwen. Gelukkig hebben veel van onze cliënten hun schulden al fors afgebouwd de afgelopen jaren, om problemen voor te zijn. Daar plukken zij nu de vruchten van. Als dit aan de orde is en u wilt aflossen uit dividend kunt u dit beter eerder doen, vanwege de stijging van het box 2 belastingtarief. Voor sommige DGA’s zal de afbouw een lastige opgave zijn. Wij onderzoeken graag met u de mogelijkheden. Te denken is soms ook aan herfinanciering bij een bank. Deze maatregel is de grote verrassing van Prinsjesdag. Niet alleen omdat deze nog niet was uitgelekt, maar ook vanwege de ongenuanceerdheid.

Vennootschapsbelasting/dividendbelasting/bronbelasting en BTW voor vennootschappen

• De tarieven vennootschapsbelasting zullen worden verlaagd. Bij een winst tot €200.000 dalen de percentages van 20% in 2018 naar 19% in 2o19, 17,5% in 2020 en 16% in 2021. Bij een winst boven de €200.000 dalen de percentages van 25% in 2018 naar 24,30% in 2o19, 23,90% in 2020 en 22,25% in 2021.
• Beperking voorwaartse verliesverrekening van negen tot zes jaar. De achterwaartse verliesverrekening blijft één jaar.
• Afschrijven op bedrijfspanden in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting kan voortaan nog slechts tot een boekwaarde van 100% van de WOZ-waarde (nu 50% van de WOZ-waarde). Hierdoor kan het zijn dat u binnenkort een forse aftrekpost gaat missen. Houdt u daarmee rekening bij het aanvragen van een voorlopige aanslag.
• Fiscale beleggingsinstellingen mogen met ingang van 1 januari 2019 niet meer direct beleggen in in Nederland gelegen vastgoed.
• De renteaftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente en de renteaftrekbeperking voor overnameholdings komt te vervallen per 1 januari 2019. Dit hangt samen met de implementatie van de Europese Anti Tax Avoidance Directive 1 en de daaruit voortvloeiende invoering van de zogenoemde earningstrippingmaatregel. De earningstrippingmaatregel is een generieke renteaftrekbeperking die de aftrekbaarheid van het saldo aan rente beperkt tot 30% van de fiscale EBITDA. Indien het saldo van rente niet boven een franchise van € 1.000.000 zal uitkomen, zal renteaftrek mogelijk blijven.
• Afschaffing dividendbelasting per 1 januari 2020 en invoering nieuwe bronheffing op dividenden binnen concernverband aan lichamen in landen met zeer laag belastingtarief en in misbruiksituaties. De voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting in 2020 zal (deels) worden opgevangen door het invoeren van een bronbelasting op dividendbetalingen naar laagbelaste rechtsgebieden en in misbruiksituaties.
• Invoering van een antimisbruikmaatregel voor ‘controlled foreign companies’ (CFC’s). Daarvan kan sprake zijn als een Vpb-lichaam een (in)direct belang van meer dan 50% in een ander lichaam houdt of een vaste inrichting heeft. Het andere lichaam of de vaste inrichting moet dan zijn gevestigd in een staat die de winst van lichamen niet belast of tegen een tarief van minder dan 7%, of in een staat die is opgenomen op een lijst van niet-meewerkende rechtsgebieden.
• Het lage BTW-tarief zal worden verhoogd van 6% naar 9%.
• De kleine ondernemersregeling in de BTW gaat voortaan ook gelden voor vennootschappen. De vrijstelling zal afhankelijk zijn van de omzet (geldig bij omzet van maximaal € 20.000). De regeling voorziet ook in een vrijstelling van de verplichting tot het doen van aangifte.
• Kleine ondernemers die alleen in Nederland zijn gevestigd en via internet digitale diensten verrichten voor particulieren in andere EU lidstaten mogen vanaf 2019 in Nederland BTW aangifte doen naar het Nederlandse tarief. Daarbij geldt als voorwaarde va de jaaromzet van deze diensten niet meer dan € 10.000 bedraagt. Zij mogen er ook voor kiezen om btw af te dragen in de lidstaat van de particulier.

Overige maatregelen – voor iedereen

• Voorgesteld is om de looptijd van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers te verkorten van maximaal 8 jaar tot maximaal 5 jaar. De voorgestelde beperking zal per 1 januari 2019 in werking treden en zal ook van toepassing zijn op bestaande gevallen, dus zonder overgangsregime. Hierop bestaat één uitzondering. Een overgangsmaatregel is getroffen op schoolgelden voor internationale scholen voor 2018/2019. De kunnen ook na de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling onbelast worden vergoed of verstrekt.
• De regeling omtrent de belastingrente in de erfbelasting wordt aangepast. Er zal geen belastingrente meer verschuldigd zijn indien de aangifte erfbelasting tijdig wordt ingediend, dan wel er tijdig om een voorlopige aanslag wordt verzocht en de definitieve aanslag hier niet van afwijkt.
• Introductie bijtelling van 7% voor de fiets van de zaak per 1 januari 2020. De regeling gaat gelden voor werknemers (waaronder DGA’s) en voor ondernemers. De invoering van een bijtelling klinkt als een belastingverhoging maar de bedoeling is dat fietsen van de zaak worden gestimuleerd.
• Invoering automatische nummerherkenning. De nummerherkenning mag alleen worden gebuikt voor de BPM en dus niet voor controle privé gebruik van auto’s van de zaak. Privégebruik kan nog altijd wel worden vastgesteld aan de hand van rittenadministratie, agenda, tanken, verbruik en onderhoud, etc.
• De onbelaste vergoedingen/verstrekkingen voor vrijwilligers van max. € 150,- per maand en € 1.500,- per jaar worden per 2019 opgetrokken naar € 170,- per maand en € 1.700,- per jaar. Let wel: er geldt ook nog een maximum per uur.