1. Inleiding
Wij zijn inmiddels gestart met de verzorging van aangiften inkomstenbelasting 2015. Wat zijn de zaken die daarbij onze bijzondere aandacht vragen?
1.1 Uitnodiging aangifte doen in uw Berichtenbox
U heeft onlangs de uitnodiging ontvangen voor het doen van uw aangifte inkomstenbelasting 2015. Die uitnodiging kwam dit jaar niet alleen via de post met de bekende blauwe envelop, maar ook digitaal. De Belastingdienst wil u voortaan namelijk niet meer per post maar digitaal uitnodigen om aangifte te doen. Om u alvast te laten wennen, heeft de Belastingdienst dit jaar de uitnodiging ook gestuurd naar uw persoonlijke Berichtenbox op MijnOverheid. Als u deze wilt bekijken, moet u uw account activeren. Daarvoor gaat u naar www.mijn.overheid.nl. Als u daar inlogt met uw DigiD, is uw account geactiveerd en ook uw persoonlijke Berichtenbox. U kunt dan zien welke berichten aan u zijn verzonden.
1.2 De rol van de voor-ingevulde aangifte
U weet wellicht: de belastingdienst maakt vooringevulde aangiften. Daarin staan de gegevens die de belastingdienst van u weet of denkt te weten: banksaldi op basis van gegevens verstrekt door de bank, loongegevens op basis van informatie van werkgevers, woningen op basis van gegevens uit het kadaster met de woz-waarde, etc. Wij krijgen graag een print van die vooringevulde aangifte, als onderdeel van de aan ons aan te leveren gegevens: omdat dat u en ons opvragen van ontbrekende zaken bespaart en om te weten waar de belastingdienst een foutief beeld heeft van de werkelijkheid. Want de ervaring wijst uit: er wordt nog wel eens een foutje gemaakt en so wie so zijn de gegevens vrijwel nooit compleet.
1.3 Toeslagen
Alle berichten van de belastingdienst over toeslagen (kinderopvangtoerslag, huurtoeslag etc) staan voortaan alleen nog in uw berichtenbox. Wij krijgen daarvan geen bericht meer voor u, en vaak krijgt uzelf ook geen bericht meer per post. Wie te maken heeft met toeslagen ontkomt er dus niet aan om de berichtenbox te activeren. U kunt de berichtenbox zo instellen dat u een sms ontvangt als de overheid een nieuw bericht in uw berichtenbox heeft geplaatst. Als u daar moeite mee heeft (niet iedereen is even digitaal aangelegd) dan vragen wij u om contact op te nemen, zodat we een passende oplossing kunnen vinden.
2. Aangiftegegevens IB 2015
2.1 Minder hypotheekrenteaftrek
Heeft u een hypotheek voor een woning die uw hoofdverblijf is, dan kunt u die rente in aftrek brengen. Toch zijn er een paar zaken waarop u attent moet zijn.
Bent u bijvoorbeeld op of na 1 januari 2013 een nieuwe hypotheek aangegaan? In dat geval moet u verplicht aflossen op uw eigenwoningschuld. Uw schuld neemt daardoor jaarlijks af, u betaalt dus ieder jaar minder rente en dus neemt uw renteaftrek af.
Uw renteaftrek neemt ook jaarlijks af als u inkomen heeft dat wordt belast in de hoogste belastingschijf van 52%. Het maximale tarief waartegen u de kosten van de eigen woning kunt aftrekken, gaat jaarlijks met 0,5% omlaag en bedraagt 51% in 2015. Dit gebeurt jaarlijks totdat het tarief is teruggebracht tot het tarief van de derde belastingschijf (nu: 40,4%).
2.2 Meld uw eigenwoninglening
Heeft u in 2015 een woning gekocht met een lening van uw ouders of van uw eigen BV, of van een buitenlandse bank? In dat geval kunt u de rente alleen in aftrek brengen op uw box-1-inkomen als u de gegevens over die lening tijdig meldt bij de Belastingdienst. Dat kan bij de aangifte IB 2015, maar moet uiterlijk zijn gedaan op 31 december 2016. Wordt uw aangifte IB 2015 dus pas na 31 december 2016 ingediend, dan moet u de melding dus al uiterlijk voor het einde van dit jaar hebben gedaan. Hiervoor is het speciale meldingsformulier ‘Opgaaf lening eigen woning 2013 t/m 2015’ beschikbaar. U kunt dit formulier online invullen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Bij een niet-tijdige melding vervalt de renteaftrek over 2015. Uiteraard kunnen wij dit ook voor u verzorgen. Laat u het ons weten als dat de bedoeling is?
Let op
Deze op 1 januari 2013 ingevoerde renseigneringsplicht voor leningen van niet-administratieplichtigen geldt alleen voor leningen die op of na 1 januari 2013 zijn aangegaan en waarop u verplicht annuïtair moet aflossen. U hoeft dus geen gegevens te melden van een op 31 december 2012 bestaande lening. Dat geldt ook als na 1 januari 2013 de rente van deze lening is of wordt gewijzigd of de lening is overgesloten.
2.3 Langer dubbele hypotheekrenteaftrek
De termijn voor dubbele hypotheekrenteaftrek bij verkoop van de voormalige eigen woning of bij aankoop van een nog leegstaande toekomstige eigen woning of woning in aanbouw, is sinds
1 januari 2015 permanent verlengd van 2 naar 3 jaar. Na het lopende jaar heeft u daardoor nog 3 in plaats van 2 jaar renteaftrek voor beide woningen.
2.4 Permanente termijnverlenging voor herleving dubbele renteaftrek bij verhuur
Een andere wijziging die van belang is voor uw aangifte IB 2015 betreft de niet verkochte woning die u inmiddels tijdelijk verhuurt. Na de periode van tijdelijke verhuur, herleeft het recht op de dubbele renteaftrek voor de resterende termijn, waarin de renteaftrek nog is toegestaan. Die termijn is sinds
1 januari 2015 permanent verlengd van 2 tot 3 jaar (zie hiervoor).
2.5 Rente restschuld langer aftrekbaar
Heeft u uw woning eindelijk verkocht, maar heeft de verkoop minder opgebracht dan uw hypotheekschuld? U heeft dan een restschuld die normaliter in box 3 valt, waarvan de rente zonder nadere maatregelen niet aftrekbaar zou zijn. Tijdelijk wordt echter toegestaan dat u die rente toch mag aftrekken. De termijn die daarvoor geldt, is sinds 1 januari 2015 verlengd van 10 tot 15 jaar. De rente van uw restschuld is alleen aftrekbaar als de restschuld is ontstaan bij verkoop van uw woning na
28 oktober 2012. Daarbij is de datum van levering bepalend.
2.6 Vergeet niet uw lijfrentepremie af te trekken
Heeft u een pensioentekort, dan kunt u hiervoor een aanvullend inkomen regelen. Bijvoorbeeld door bij een verzekeraar een lijfrentepolis te sluiten of bij een bank een lijfrentebankspaarproduct. De lijfrentepremie die u in 2015 heeft betaald, kunt u aftrekken in uw aangifte IB 2015. Terugwentelen van later betaalde lijfrentepremie is niet meer mogelijk.
2.7 Geen aftrek levensonderhoud meer voor kinderen tot 21 jaar
Bent u gescheiden en heeft u kinderen jonger dan 21 jaar voor wie u geen recht heeft op kinderbijslag en heeft uw kind zelf geen recht op studiefinanciering? In dat geval kwam u voorheen in aanmerking voor een forfaitaire aftrek voor de kosten van levensonderhoud van uw kind. Deze aftrek is per
1 januari 2015 vervallen.
2.8 Kinderalimentatieschuld in box 3
Kinderalimentatierechten zijn geen bezitting voor de rendementsgrondslag van box 3. Maar sinds
1 januari 2015 wordt de kinderalimentatieverplichting wel als schuld in aanmerking genomen in box 3. Dit hangt samen met het vervallen van de hiervoor genoemde aftrek van kosten van levensonderhoud van kinderen. Er is verzuimd om de kinderalimentatieverplichting – net als de kinderalimentatierechten – uit te sluiten van box 3. Dat gaat alsnog gebeuren per 1 januari 2017. Dit betekent dus dat u in de aangiften IB 2015 en IB 2016 de kinderalimentatieschuld nog kunt aftrekken in box 3. De berekening van deze schuld is wel een lastige exercitie.
2.9 Geen (aanvullende) alleenstaande-ouderkorting meer
Bent u een alleenstaande ouder? U heeft dan geen recht meer op de (aanvullende) alleenstaande–ouderkorting. Deze is per 1 januari 2015 vervallen. Hiervoor in de plaats komt u mogelijk wel in aanmerking voor extra kindgebonden budget. Een alleenstaande ouder krijgt in dat geval een extra budget van maximaal € 3.050 per jaar. Het kindgebonden budget is geen fiscale regeling, dus dit hoeft u niet aan te geven in uw aangifte IB 2015.
2.10 Ook geen ouderschapsverlofkorting meer
Bij opname van ouderschapsverlof kreeg u van de overheid een tegemoetkoming voor het inkomensverlies dat u leed als gevolg van de opname van dat verlof. Die tegemoetkoming had de vorm van een heffingskorting in de inkomstenbelasting. Ook deze ouderschapsverlofkorting is per
1 januari 2015 afgeschaft.
2.11 Denk aan de levensloopverlofkorting
Heeft u in 2015 gebruikgemaakt van de afkoopregeling voor uw levenslooptegoed? U heeft dan uw levenslooptegoed in één keer opgenomen met een korting van 20%. De korting is van toepassing op het levenslooptegoed dat u op 31 december 2013 had. Het meerdere is belast in box 1. De belastingheffing loopt via uw werkgever. Bij opname ineens kunt u ook de levensloopverlofkorting benutten. Dat kan ook als u niet afkoopt maar een deel van uw levenslooptegoed opneemt voor bijvoorbeeld een sabbatical. Het kan zijn dat uw werkgever de levensloopverlofkorting nog niet heeft toegepast. Die moet u dan zelf nog invullen in de aangifte IB 2015.
3. VAR en modelovereenkomsten
Ondernemers die veelal voor een beperkt aantal opdrachtgevers werken, tonen de fiscale erkenning van hun zelfstandigheid nu aan met een VAR. U weet, de VAR verdwijnt. Die ondernemers moeten dus gaan werken volgens het nieuwe systeem, vanaf 1 mei aanstaande. En wie nu nog geen VAR dient nu al zo te werken.
Het nieuwe systeem houdt in dat u uw zelfstandigheid contractueel verankert. De belastingdienst heeft daarvoor een aantal modelovereenkomsten gemaakt. Deze modellen bevatten echter fouten en zijn bovendien niet toegesneden op de in onze praktijk meest voorkomende gevallen. Daarom is de standaard aanpak: aan de hand van de modellen en de concrete situatie in uw onderneming maken we een voor uw onderneming op maat gesneden model, en dat leggen we ter goedkeuring voor aan de belastingdienst. Naar verwachting zal reactie op het model lang op zich laten wachten: de taakgroep die de belastingdienst heeft gevormd voor de beoordeling van maatgesneden modellen, is slechts drie man sterk. In dit verband heeft de belastingdienst al aangekondigd dat de handhaving het komende jaar niet streng zal zijn. In afwachting van antwoord gaat u al wel werken met het model, onder het motto we geloven in ons eigen standpunt. In het algemeen verwachten wij wel een strengere beoordeling en zal in de nieuwe situatie dus eerder sprake zijn van een loondienstverband. Dat is een aandachtspunt voor de ondernemers die met VAR / modelovereenkomst (gaan) werken maar ook voor hun opdrachtgevers.