070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Tips voor DGA

  • Bestuurders: voldoe aan administratieplicht!
  • Soms melding betalingsonmacht niet nodig
  • Langer ODV omzetten in oudedagslijfrente

Bestuurders: voldoe aan administratieplicht! 

Een faillissement van een onderneming is voor geen enkele partij leuk. Mensen verliezen hun baan, schuldeisers krijgen (een gedeelte van) hun vordering niet betaald en u als bestuurder bent mogelijk aansprakelijk voor het boedeltekort. Dit laatste is het geval indien en voor zover er sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’. In de wet is vastgelegd wanneer er in ieder geval sprake is van ‘onbehoorlijk bestuur’: het feit óf en voor zover de onderneming niet heeft voldaan aan de administratie- en deponeringsplicht. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn voor de aansprakelijkheid bleek onlangs uit een gerechtelijke uitspraak. De bestuurders in deze zaak konden de rechter niet overtuigen van hun standpunt dat het faillissement te wijten was aan andere omstandigheden, zoals lastige marktomstandigheden, concurrentie en tegenvallende prestaties van hun personeel. De rechter oordeelde daarom dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk waren voor het tekort van de boedel.

Bestuursverbod
De curator in deze zaak vorderde ook een bestuursverbod van 5 jaar. De bestuurders stelden dat de duur van dit verbod disproportioneel was. Gelet op de gebeurtenissen rond het bedrijf zouden zij niet gemakkelijk arbeid in loondienst kunnen vinden. Ook zouden de bestuurders al zwaar getroffen zijn door de gebeurtenissen. Maar de rechter gaat mee met het verzoek van de curator. De bestuurders konden onvoldoende onderbouwen dat zij moeilijk aan arbeid in loondienst zouden kunnen komen. Ook de stelling dat zij al zwaar getroffen zouden zijn, was geen reden om de duur van het bestuursverbod te verkorten.

Soms melding betalingsonmacht niet nodig

Uw bv kan een onderneming drijven die verplicht is om deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenfonds. Zij betaalt hiervoor periodieke premies. Het kan echter gebeuren dat uw bv door omstandigheden niet kan voldoen aan deze betalingsverplichting; er is dan sprake van betalingsonmacht. Uw bv is in zo’n geval verplicht om onverwijld mededeling te doen van deze betalingsonmacht aan het bedrijfstakpensioenfonds. Als dit wordt nagelaten, zijn de bestuurders in beginsel aansprakelijk. Toch heeft de hoogste rechter – de Hoge Raad – geoordeeld dat een mededeling onder bepaalde omstandigheden niet nodig is.

Melden of niet
In geval van betalingsonmacht moet de bestuurder van de rechtspersoon dit in beginsel mededelen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Hij of zij moet nadere inlichtingen en stukken verstrekken, als hierom gevraagd wordt. Het is de bedoeling dat het bedrijfstakpensioenfonds hierdoor vroegtijdig op de hoogte raakt van de moeilijkheden van uw bv, zodat het hiernaar kan handelen. De Hoge Raad oordeelt dat een melding achterwege kan blijven als het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht en de oorzaak hiervan. Het is altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval of een melding achterwege kan blijven of niet. In de zaak voor de Hoge Raad leidden de volgende omstandigheden tot het oordeel dat het melden van de betalingsonmacht niet nodig was:

  • er was vóór een faillissementsaanvraag al gecommuniceerd over de financiële situatie;
  • er was inzicht gegeven in de schuldenlast en de oorzaak hiervan;
  • het pensioenfonds heeft boekenonderzoek gedaan in de administratie van de onderneming; en
  • het pensioenfonds heeft sindsdien hogere nota’s gestuurd dan gewoonlijk.

Langer ODV omzetten in oudedagslijfrente

Wellicht hebt u ervoor gekozen om uw in eigen beheer opgebouwde pensioen om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Het is mogelijk om de ODV om te zetten in een (al dan niet tijdelijke) oudedagslijfrente. Bij die omzetting moeten dan wel de regels van het lijfrenteregime worden gevolgd. Een van die regels is dat de lijfrente-uitkeringen uiterlijk ingaan in het jaar waarin u de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Deze regel roept in de praktijk ‘ongewenste situaties’ op. Daarom wordt onder voorwaarden goedgekeurd om voor de omzetting van een ODV in een oudedagslijfrente deze specifieke regel overboord te zetten. Dit op voorwaarde dat de lijfrente-uitkering direct ingaat en dat u hiervoor een verzoek indient bij de inspecteur van de Belastingdienst.

 

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 11 oktober 2022. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.