070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Tips voor de belastingbetaler

  • Verlaging laagste IB-tarief
  • Afbouw algemene heffingskorting
  • Versobering 30%-regeling
  • Op termijn geen inkomensafhankelijke combinatiekorting meer
  • Hogere ouderenkorting
  • Eigenwoningforfait omlaag
  • Ook hogere onbelaste reiskostenvergoedingen in de inkomstenbelasting
  • Aanpassing leegwaarderatio verhuurde woningen
  • Beleid rechtsherstel box 3
  • Geen rechtsherstel box-3 niet-bezwaarmakers
  • Plafond in de periodieke giftenaftrek
  • Jubelton wordt verkleind
  • Verhoging overdrachtsbelasting
  • Box-3-heffing vanaf 2023
  • Verhoging heffingvrije vermogen
  • Afschaffing middelingsregeling
  • Vaker geen invorderingsrente

Verlaging laagste IB-tarief

Er zijn twee tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting: een schijf met een laag tarief (nu: 37,07%) en een schijf met een hoog tarief (nu: 49,5%) dat van toepassing is op een inkomen vanaf € 69.398. Volgend jaar ligt dit beginpunt van de tweede schijf bij € 73.031. In 2023 gaat het lage tarief omlaag naar 36,93%. Het hoge tarief wijzigt niet.

Afbouw algemene heffingskorting

De bestaande algemene heffingskorting van maximaal € 2.888 wordt afgebouwd met 6,007% van het inkomen uit werk en woning (het box-1-inkomen) voor zover dat meer bedraagt dan € 21.317. In 2023 gaat deze heffingskorting omhoog naar € 3.070. De afbouw begint dan bij een box-1-inkomen van € 22.660. Alleen de hoogte van uw box-1-inkomen is momenteel bepalend voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Vanaf 2025 zal bij de afbouw van deze heffingskorting ook rekening gehouden worden met het inkomen in box 2 en box 3. Dan wordt hiervoor dus bepalend het verzamelinkomen: het inkomen in box 1 tot en met 3.

Verhoging arbeidskorting

Veel mensen met een laag en gemiddeld inkomen kunnen niet rondkomen als gevolg van de prijsstijgingen van met name boodschappen, energie en brandstof. Het kabinet voert daarom vanaf 2023 een verhoging van de arbeidskorting in voor de laagste inkomens, zodat zij netto meer overhouden van hun loon. De maatregel moet ook een stimulans zijn voor parttimers om meer uren te gaan werken. Daarmee zou de verhoging ook een bijdrage leveren aan een oplossing voor het grote personeelstekort in veel sectoren. Daarnaast dient de verhoogde arbeidskorting als compensatie voor de verlaging van de zelfstandigenaftrek voor ondernemers.

Op termijn geen inkomensafhankelijke combinatiekorting meer

De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt afgeschaft voor nieuwe gevallen na 2024. Kinderen die zijn geboren in 2025 tellen namelijk niet meer mee voor de IACK. Vanaf 2037 wordt de IACK geheel afgeschaft.
Deze korting bedraagt dit jaar maximaal € 2.534 en gaat in 2023 naar maximaal € 2.694. Als u werkt en een kind hebt in de leeftijd tot 12 jaar, kunt u in aanmerking komen voor de IACK. Dat is het geval als u geen fiscale partner hebt of als u die wel hebt maar uw arbeidsinkomen lager is dan dat van uw partner. De hoogte van de korting hangt af van uw arbeidsinkomen.

 

Hogere ouderenkorting

De ouderenkorting is een heffingskorting voor de belastingplichtige die bij het einde van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. De ouderenkorting van maximaal € 1.726 in 2022 gaat in 2023 omhoog naar € 1.835. Ook de alleenstaande ouderenkorting wordt verhoogd van
€ 449 in 2022 naar € 478 in 2023.

 

Eigenwoningforfait omlaag

Het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.200.000 (in 2023) wordt verlaagd van 0,45% naar 0,35% in 2023. Voor woningen met een WOZ-waarde van € 1.200.000 of meer blijft het forfait 2,35%. U bent dit tarief alleen verschuldigd voor de WOZ-waarde boven € 1.200.000. 

 

Ook hogere onbelaste reiskostenvergoedingen in de inkomstenbelasting

De verhoging van de maximale onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 naar € 0,21 in 2023 en naar € 0,22 in 2024, werkt ook door naar verschillende regelingen in de inkomstenbelasting. Zo gelden de verhogingen ook voor de forfaits voor reiskosten in verband met ziekenbezoek, voor de kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten en voor de giftenaftrek als u als vrijwilliger afziet van een reiskostenvergoeding.

 

Aanpassing leegwaarderatio verhuurde woningen

Wordt een woning verhuurd of verpacht, dan is de woning een vermogensbestanddeel van box 3.
U past dan de leegwaarderatio toe om de waarde van de woning te bepalen. Dat geldt ook voor de waardebepaling van een geërfde of geschonken verhuurde (of verpachte) woning. De leegwaarderatio is een oplopend percentage van de WOZ-waarde van de woning en ligt in 2022 tussen 45% en 85%. De percentages worden vanaf 2023 geactualiseerd, waarbij het hoogste percentage 100% wordt.
Tijdelijke (ver)huurcontracten worden uitgesloten van toepassing van de leegwaarderatio. Dit betekent feitelijk dat de leegwaarderatio voor tijdelijk verhuurde (verpachte) woningen wordt afgeschaft. Daarnaast wordt bij de verhuur aan verbonden partijen (bijvoorbeeld aan uw kind) het percentage van de leegwaarderatio vastgesteld op het hoogste percentage (100%). Dat geldt ook bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde. Ook voor deze situaties betekent dit feitelijk afschaffing van de leegwaarderatio. In al deze gevallen waardeert u de verhuurde woning op de WOZ-waarde.

Beleid rechtsherstel box 3

Het beleid waarin is uitgewerkt hoe de aanslagen inkomstenbelasting met box 3 moeten worden vastgesteld naar aanleiding van het bekende Kerstarrest, heeft een wettelijke grondslag gekregen. In sommige gevallen heeft u recht op een teruggaaf. Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van het vermogen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Voor iedere vermogenscategorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage. Is het nieuw berekende box-3-voordeel lager dan volgens het oude wettelijk systeem, dan krijgt u geld terug. Is het nieuw berekende box-3-voordeel hoger dan het wettelijk systeem, dan hoeft u niets bij te betalen.

Geen rechtsherstel box-3 niet-bezwaarmakers

Heeft u belast box-3-vermogen maar niet tijdig bezwaar gemaakt tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2017 t/m 2020 en stonden die aanslagen op 24 december 2021 (datum Kerstarrest) onherroepelijk vast? Dan heeft u in beginsel geen recht op rechtsherstel voor de onterecht geheven box-3-heffing. Het kabinet heeft onderzocht of toch gedeeltelijk rechtsherstel mogelijk zou kunnen zijn, maar komt tot de conclusie dat hiervoor te weinig middelen beschikbaar zijn.  

Wel hebt u in beginsel de mogelijkheid om ambtshalve vermindering aan te vragen bij de Belastingdienst. Staatssecretaris Van Rij geeft echter aan dat dit u geen soelaas zal bieden, omdat uw verzoek zal worden afgewezen op grond van een uitspraak van de Hoge Raad van mei 2022. 

Plafond in de periodieke giftenaftrek

Als u periodieke giften doet aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), geldt voor de giftenaftrek geen drempel en plafond, zoals die wel gelden voor andere giften. U doet een periodieke gift in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 als u de giften in vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen doet en deze uiterlijk eindigen bij uw overlijden. Deze giften moeten berusten op een notariële of onderhandse akte en u moet de giften minimaal voor de duur van 5 jaar doen. 

De hoogte van de aftrekbare periodieke giften wordt vanaf volgend jaar beperkt tot € 250.000 per huishouden. 

Jubelton wordt verkleind

De schenkingsvrijstelling eigen woning (ook wel jubelton) wordt al op 1 januari 2023 verlaagd van € 106.671 (in 2022) tot € 28.974. Het bedrag van de verlaagde schenkingsvrijstelling eigen woning wordt gelijk aan het bedrag van de eenmalige vrijgestelde en vrij besteedbare schenking van ouders aan kinderen. In 2024 wordt de jubelton helemaal afgeschaft. De schenkingsvrijstelling eigen woning kan ook worden benut voor schenkingen voor de eigen woning door anderen dan de ouders. Niet iedere begiftigde kan echter van deze vrijstelling gebruikmaken. De begiftigde (of zijn/haar partner) moet namelijk ouder dan 18 en jonger dan 40 jaar oud zijn. De dag van de 40ste verjaardag telt nog mee.

Spreiden mag

Dit jaar is het laatste jaar waarin de hoge eenmalige schenkingsvrijstelling van € 106.671 nog kan worden geclaimd. Wel kunt u in 2023 aanvullend vrijgesteld schenken voor een woning aan dezelfde begiftigde tot € 106.671, mits de begiftigde in 2022 een beroep op de vrijstelling heeft gedaan. 

Overweegt u om uw (klein)kind financieel te ondersteunen bij de aankoop of verbouwing van een eigen woning, maar is het geld pas volgend jaar beschikbaar? Schenk dan in 2022 alvast iets meer dan de gewone jaarvrijstelling, waarvoor uw (klein)kind in de aangifte schenkbelasting een beroep kan doen op de jubelton. De begiftigde moet de schenking uiterlijk eind 2024 hebben besteed aan de woning.

Verhoging overdrachtsbelasting

Koopt u een woning die u als hoofdverblijf gaat gebruiken? Dan betaalt u 2% overdrachtsbelasting (OVB) of u geniet een vrijstelling als u aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoet. Koopt u een woning die u niet als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld voor de verhuur, als tweede woning of vakantiehuis of u koopt bijvoorbeeld een woning voor uw kind. Dan betaalt u het hoge OVB-tarief van 8%, dat ook geldt voor niet-woningen. Dit hoge tarief gaat vanaf 2023 omhoog naar 10,4% 

Box-3-heffing vanaf 2023

Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 is in een overbruggingswet bepaald dat het bestaande box-3-stelsel wordt vervangen door een box-3-heffing die op de forfaitaire spaarvariant is gebaseerd. Deze variant biedt compensatie voor de box-3-heffng over de spaarrente, waarbij de rente vrijwel op 0% wordt gesteld en de heffing op beleggingen ongewijzigd blijft. 

Vanaf 2026 moet de box-3-heffing een vermogensaanwasbelasting worden. Daarbij worden de waardeontwikkelingen van de vermogensbestanddelen in de box-3-heffing betrokken. Hoe dit precies vorm zal krijgen, is nu nog niet bekend. Aanvankelijk zou dit nieuwe box-3-stelsel op 1 januari 2025 in werking treden, maar dat is nu met een jaar uitgesteld omdat eerdere invoering niet haalbaar is gebleken. De box-3-heffing op basis van de overbruggingswet geldt daarom ook voor 2025.

Stapsgewijze verhoging van het box-3-tarief

Het tarief van box 3 gaat de komende jaren wel stapsgewijs omhoog met 1% van 31% nu naar 34% in 2025. Volgend jaar bedraagt de box-3-heffing dus 32%. 

Verhoging heffingvrije vermogen

Het heffingvrije vermogen in box 3 is het deel van uw vermogen waarover u geen box-3-heffing hoeft te betalen. De grens van dit vermogen zou volgens het coalitieakkoord op 1 januari 2023 extra worden verhoogd van € 50.650 (fiscale partners: € 101.300) naar € 80.000 per belastingplichtige. Deze verhoging gaat niet door. Wel wordt het bedrag van het heffingvrije vermogen op 1 januari 2023 verhoogd naar € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000). 

Afschaffing middelingsregeling

Vanaf 2023 wordt de middelingsregeling afgeschaft. Deze regeling kan u van pas komen als u de afgelopen jaren met inkomensschommelingen te maken hebt gehad. Die wisselende inkomsten kunnen in het ene jaar zwaar belast zijn en in het andere jaar juist niet. De middelingsregeling matigt de belastingheffing over deze inkomsten door de inkomsten gelijkmatig over de jaren te verdelen. 

U telt uw belastbare inkomens van drie aaneengesloten jaren op en deelt het totaal door drie. Over dit gemiddelde inkomen herrekent u per jaar de verschuldigde inkomstenbelasting. Bent u over de drie jaren meer dan € 545 minder belasting verschuldigd dan zonder de middeling, dan kunt u deze belasting terugvragen bij de Belastingdienst. De laatste jaren waarover u nog kunt middelen zijn 2022, 2023 en 2024. 

Let op

De teruggaaf heeft geen invloed op de toeslagen die u al hebt gehad. 

Vaker geen invorderingsrente

In de wet ligt vast in welke situaties het in rekening brengen van invorderingsrente achterwege mag blijven. Het gaat dan om situaties waarin de Ontvanger van de Belastingdienst uitstel van betaling heeft verleend in verband met bijzondere omstandigheden. Er is nu voorgesteld om de wet zo te wijzigen dat de Ontvanger in meer situaties de mogelijkheid krijgt om geen invorderingsrente in rekening te brengen. 

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 27 september 2022. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.