070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Actiepunten voor alle belastingbetalers

  • Tariefverlaging maar minder kostenaftrek
  • Verlaging eigenwoningforfait en minder renteaftrek
  • Tijdig lijfrentepremie betalen
  • Beding tijdig uw lijfrente-uitkeringen
  • Aftrek periodieke giften beperkt
  • Actie voor herstel box 3 of niet?
  • Box-3-heffing vanaf 2023
  • Stel hoge jubelton veilig
  • Zorg dat uw kind eigenwoningschenking tijdig besteedt
  • Koop woning uitstellen voor hogere startersvrijstelling OVB
  • Profiteer nog van lager OVB-tarief
  • Verhuurde woningen voortaan zwaarder belast
  • Einde verhuurderheffing
  • Geen btw meer bij zonnepanelen op of bij woningen
  • Benut de middelingsregeling
  • Samenwoners: zorg dat u elkaars fiscaal partner bent
  • Wacht met aanschaf elektrische (lease)auto

 

Tariefverlaging maar minder kostenaftrek

Het tarief in de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting gaat omlaag van 37,07% naar 36,93%. Het tarief in de tweede schijf blijft 49,5%. Dit tarief is nu nog van toepassing op een inkomen vanaf € 69.398. Volgend jaar begint de tweede schijf bij een inkomen van € 73.031.
In 2023 worden de aftrekposten in deze hoogste belastingschijf weer verder beperkt. Valt uw inkomen in de hoogste belastingschijf? In dat geval zijn eventuele aftrekposten, zoals betaalde alimentatie, giften en ziektekosten nog aftrekbaar tegen een tarief van 36,93% (nu: 40%).
Misschien kunt u aftrekbare kosten naar voren halen.

Actiepunt
Het aftrekpercentage in de hoogste belastingschijf is inmiddels verlaagd van 51,75% tot 36,93% in 2023. Deze forse vermindering van de aftrek kan er op enig moment toe leiden dat u onvoldoende draagkracht heeft om nog aan de bestaande partneralimentatieplicht te voldoen. Vraag daarom tijdig advies over de mogelijkheid om de alimentatie naar beneden te laten bijstellen of om de partneralimentatie af te kopen.

Let op
De aftrekbeperking geldt niet voor de premies van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en lijfrentepremies.

 

Verlaging eigenwoningforfait en minder renteaftrek

Het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.200.000 (in 2023) wordt verlaagd van 0,45% naar 0,35% in 2023. Hebt u een woning met een WOZ-waarde van € 1.200.000 of meer, dan blijft het forfait 2,35%. U bent dit tarief alleen verschuldigd voor de WOZ-waarde boven
€ 1.200.000. Ook in 2023 wordt de aftrek van hypotheekrente verder beperkt als u inkomen hebt dat in de hoogste belastingschijf wordt belast (in 2023 vanaf € 73.031). U kunt de rente dan nog aftrekken tegen een tarief van 36,93% (nu: 40%).

Aftrek geen of kleine eigenwoningschuld
De regeling waarbij u geen eigenwoningforfait hoeft bij te tellen bij uw inkomen als u geen of slechts een kleine hypotheek hebt, de zogenoemde Hillen-aftrek, wordt stapsgewijs in dertig jaar afgebouwd. De aftrek wordt jaarlijks met 3,33% verlaagd. Dit jaar is de aftrek beperkt tot 86,67%. In 2023 wordt de aftrek beperkt tot 83,33%. Houd hiermee rekening.

Actiepunt
De afbouw van deze aftrek en het lage tarief (36,93%) waartegen u volgend jaar de hypotheekrente nog kunt aftrekken, kunnen het overwegen waard maken om uw eigenwoningschuld over te brengen van box 1 naar box 3. Afhankelijk van uw situatie kunt u dit bijvoorbeeld bereiken door de voorwaarden van uw hypothecaire lening aan te passen. Overleg met uw adviseur of de overgang van uw eigenwoningschuld van box 1 naar box 3 voor u een optie is en hoe u dit in uw concrete situatie kunt bereiken.

 

Tijdig lijfrentepremie betalen 

Hebt u een pensioentekort? In dat geval kunt u hiervoor een aanvullend inkomen regelen. Bijvoorbeeld door bij een verzekeraar een lijfrentepolis te sluiten of bij een bank een lijfrentebankspaarproduct. De lijfrentepremie die u in 2022 hebt betaald, kunt u aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting 2022 die u volgend jaar indient bij de Belastingdienst.

Aftrek vergeten?
Bent u in de afgelopen 5 jaar toch vergeten om de lijfrentepremie in aftrek te brengen? Verzoek dan bij de Belastingdienst om een ambtshalve vermindering. U moet dan wel kunnen aantonen dat u de lijfrentepremies niet hebt afgetrokken. Dat kunt u doen met kopieën van de ingediende aangiften inkomstenbelasting van de afgelopen jaren en de aanslagen over die jaren. Bewaar daarom uw oude aangiften en aanslagen.

 

Beding tijdig uw lijfrente-uitkeringen

U moet vóór 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin uw lijfrentepolis tot uitkering is gekomen, beslissen wat u met het vrijkomende kapitaal gaat doen. Ingeval van overlijden is deze termijn 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het overlijden. Deze termijnen zijn fataal. In die zin dat de inspecteur slechts onder bijzondere omstandigheden verlenging kan toestaan. Van bijzondere omstandigheden is slechts sprake als u er alles aan hebt gedaan om de lijfrente binnen de wettelijke termijn in te laten gaan.

Actiepunt
Zorg ervoor dat u de einddata van lijfrentecontracten goed vastlegt, zodat u precies weet wanneer u uiterlijk actie moet ondernemen

 

Aftrek periodieke giften beperkt

Vanaf 1 januari 2023 wordt de aftrek van periodieke giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) of aan een vereniging die aan de voorwaarden voldoet, begrensd tot € 250.000 per kalenderjaar. Deze begrenzing heeft in beginsel ook gevolgen voor lopende periodieke giften.
Maar periodieke giften die u al op 4 oktober 2022, 16:00 uur was aangegaan, blijven tot uiterlijk 2027 nog volledig aftrekbaar. Daarbij moet u uiteraard wel steeds aan de voorwaarden voor aftrek van periodieke giften voldoen. Die voorwaarden zijn dat u in een overeenkomst hebt vastgelegd dat u ten minste vijf jaar lang jaarlijks dezelfde gift doet aan dezelfde ANBI (of kwalificerende vereniging). Ook hebt u vastgelegd wanneer de jaarlijkse gift stopt.

Let op
Het voordeel van een periodieke gift ten opzichte van een gewone gift is dat u de gift volledig kunt aftrekken. Er geldt dus geen drempel. Zorg er daarom voor dat u steeds aan de voorwaarden blijft voldoen.

 

Actie voor herstel box 3 of niet?

Er is dit jaar veel te doen om het box-3-stelsel naar aanleiding van het zogenoemde Kerstarrest van de Hoge Raad eind 2021. De Hoge Raad oordeelde dat dit stelsel in bepaalde gevallen in strijd is met Europese regels. Er moest herstel komen voor de jaren 2017 tot en met 2022 en vanaf 2023 moet er een ander box-3-stesel komen. Het herstel wordt geregeld in de Wet rechtsherstel box 3. Maar herstel is er alleen voor mensen die meededen aan de massaalbezwaarprocedures. Voor niet-bezwaarmakers komt er in beginsel geen herstel. Hebt u meegedaan aan de massaalbezwaarprocedures en bent u het niet eens met de beslissing van de Belastingdienst, dan kunt u geen bezwaar maken tegen die beslissing. U kunt wel ambtshalve vermindering aanvragen. Voor het belastingjaar 2017 moet u dit uiterlijk 31 december 2022 hebben gedaan. Wijst de Belastingdienst de vermindering af, dan kunt u daartegen bezwaar maken en vervolgens in beroep bij de rechtbank.

Praktische oplossing voor niet-bezwaarmakers
Hebt u niet tijdig bezwaar gemaakt, dan krijgt u in beginsel geen rechtsherstel. Dat heeft het kabinet besloten. Om u hiertegen te verzetten zou ook u om ambtshalve vermindering kunnen vragen bij de Belastingdienst. Het indienen en afhandelen van al deze individuele verzoeken zou veel werk opleveren voor alle betrokkenen. De beroepsorganisaties, de Consumentenbond en de Bond voor Belastingbetalers vinden dat niet-bezwaarmakers ook recht hebben op herstel. Zij hebben daarom de afgelopen weken intensief overleg gehad met het ministerie van Financiën om tot een praktische oplossing te komen, zodat een grote stroom verzoeken om ambtshalve vermindering wordt voorkomen. Dat heeft geresulteerd in de toezegging dat u als niet-bezwaarmaker voor de jaren 2017 tot en met 2020 geen individueel verzoek om ambtshalve vermindering hoeft in te dienen. Het ministerie van Financiën selecteert samen met de belangenorganisaties één of meerdere zaken die aan de belastingrechter worden voorgelegd. Als de Hoge Raad – de hoogste belastingrechter – uiteindelijk oordeelt dat ook niet-bezwaarmakers recht op herstel hebben, dan krijgen alle niet-bezwaarmakers alsnog herstel.

Box-3-heffing vanaf 2023

Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 is in een overbruggingswet bepaald dat het bestaande box-3-stelsel wordt vervangen door een box-3-heffing die op de forfaitaire spaarvariant is gebaseerd. Deze variant biedt compensatie voor de box-3-heffng over de spaarrente, waarbij de rente vrijwel op 0% wordt gesteld. De heffing op beleggingen blijft echter ongewijzigd. Daarbij wordt het fictieve rendement op beleggingsvermogen in 2023 vastgesteld op 6,17%.
Daarnaast gaat het tarief van box 3 de komende jaren stapsgewijs omhoog met 1% van 31% nu naar 34% in 2025. Volgend jaar bedraagt de box-3-heffing dus 32%.
Het deel van uw vermogen waarover u geen box-3-heffing hoeft te betalen, het heffingvrije vermogen, wordt per 1 januari 2023 ook verhoogd van € 50.650 per belastingplichtige (fiscale partners:
€ 101.300) naar € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000).

Verlaag uw box-3-vermogen
U kunt uw box-3-vermogen op verschillende manieren verlagen, bijvoorbeeld door de geplande aankoop van dure goederen die niet tot box 3 worden gerekend (denk aan een auto, boot of kunstwerk), nog dit jaar te doen. Belastingschulden kunt u niet aftrekken van uw vermogen in box 3. Maar betaalt u deze schulden vóór 31 december 2022, dan wordt uw vermogen in box 3 wel lager en bespaart u dus box-3-heffing. Een uitzondering wordt gemaakt voor de verschuldigde erfbelasting. Die schuld is wel aftrekbaar van uw box-3-vermogen.

Grote vermogens
Voor grote vermogens is het zinvol om te kijken of er alternatieven zijn. Zo kunt u misschien beter uw eigenwoningschuld aflossen, of uw vermogen overbrengen naar een open fonds voor gemene rekening of misschien wel naar een bv? Het is de moeite waard om dit eens te laten onderzoeken.

 

Stel hoge jubelton veilig

De schenkingsvrijstelling eigen woning (ook wel jubelton genoemd) wordt op 1 januari 2023 verlaagd van € 106.671 tot € 28.974. Het bedrag van de verlaagde schenkingsvrijstelling eigen woning wordt daarmee gelijk aan het bedrag van de eenmalige vrijgestelde en vrij besteedbare schenking van ouders aan kinderen. In 2024 wordt de jubelton helemaal afgeschaft. Dit jaar is het laatste jaar waarin de hoge eenmalige schenkingsvrijstelling van € 106.671 nog kan worden geclaimd. In 2023 kunt u wel aanvullend vrijgesteld schenken voor een woning aan dezelfde begiftigde tot € 106.671, mits de begiftigde in 2022 een beroep op de vrijstelling heeft gedaan.

Hoe werkt dit?
De schenking moet werkelijk worden voldaan en kan niet plaatsvinden in de vorm van een schuldigerkenning. De begiftigde moet met de schenking immers ook een lening aflossen of uitgaven aan de woning verrichten. Toch kan de begiftigde ook van de jubelton gebruikmaken als u pas volgend jaar over het geld beschikt om de schenking te kunnen doen. Stel, u wilt een schenking voor de eigen woning doen aan uw kind, maar het geld is pas volgend jaar beschikbaar? Uw kind kan de vrijstelling van € 106.671 dan toch maximaal benutten, mits u in 2022 alvast iets meer dan de gewone jaarvrijstelling (in 2022: € 5.677) schenkt. Uw kind moet hiervoor aangifte doen voor de schenkbelasting en doet daarin een beroep op de jubelton. Vervolgens vult u de vrijgestelde schenking in 2023 aan tot maximaal € 106.671.

Schenken zonder contanten
Zelfs als u geen contanten beschikbaar hebt, bijvoorbeeld omdat uw vermogen vastzit in onroerend goed, kan uw kind toch de vrijstelling voor de schenking eigen woning benutten. Als u als schenker de eigenwoninglening zelf hebt verstrekt aan uw kind, kunt u die lening eenvoudig kwijtschelden. Met de aanvaarding van de kwijtschelding heeft uw kind de schenking besteed aan de aflossing van de eigenwoningschuld. Hebt u vanuit uw bv een eigenwoninglening verstrekt aan uw kind? Dan kunt u een schenking doen en deze voldoen door schuldovername. U neemt dan een deel van de eigenwoninglening van uw kind bij uw bv over ten titel van schenking. Door de schuldovername heeft uw kind de eigenwoningschuld bij uw bv afgelost.

 

Zorg dat uw kind eigenwoningschenking tijdig besteedt

Hebt u in 2020 uw kind een verhoogde schenking gedaan voor onderhoud of verbetering van zijn/haar eigen woning, waarbij uw kind de verhoogde schenkingsvrijstelling heeft toegepast? Attendeer uw kind er dan op dat hij of zij ervoor zorgt dat de schenking eind 2022 daaraan is besteed en dat de verbouwings- of onderhoudswerkzaamheden zijn afgerond. Anders vervalt de vrijstelling alsnog.

Koop woning uitstellen voor hogere startersvrijstelling OVB

Koopt u een woning en bent u ouder dan 18 maar jonger dan 35 jaar? In dat geval kunt u gebruikmaken van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting (OVB), mits u de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken en de vrijstelling niet eerder hebt benut. De vrijstelling geldt tot een bepaalde woningwaardegrens. Die grens is dit jaar € 400.000, maar gaat in 2023 omhoog naar € 440.000. Hebt u plannen om een woning te kopen en voldoet u aan de voorwaarden van deze vrijstelling? Wellicht is het dan verstandig om met de aankoop te wachten tot 2023.

Profiteer nog van lager OVB-tarief 

Koopt u een woning die u als hoofdverblijf gaat gebruiken? Dan betaalt u 2% overdrachtsbelasting (OVB) of u geniet een vrijstelling als u aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoet. Koopt u een woning die u niet als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld voor de verhuur, als tweede woning of vakantiehuis of u koopt bijvoorbeeld een woning voor uw kind. Dan betaalt u het hoge OVB-tarief van 8%, dat ook geldt voor niet-woningen. Dit hoge tarief gaat vanaf 2023 omhoog naar 10,4%!

Actiepunt
Hebt u al een woning op het oog die niet uw hoofdverblijf wordt? Wellicht kunt u ervoor zorgen dat de levering nog dit jaar plaatsvindt.

Verhuurde woningen voortaan zwaarder belast

Een met huurbescherming verhuurde (of verpachte) woning is een vermogensbestanddeel van box 3. U past dan de zogenoemde leegwaarderatio toe om de waarde van de woning te bepalen. Dat geldt ook voor de waardebepaling van een geërfde of geschonken verhuurde (of verpachte) woning. De leegwaarderatio is een oplopend percentage van de WOZ-waarde van de woning en ligt in 2022 tussen 45% en 85% van de WOZ-waarde. Met ingang van 1 januari 2023 gaat de leegwaarderatio fors omhoog. Dit houdt in dat met huurbescherming verhuurde woningen zowel voor de inkomstenbelasting als voor de schenk- en erfbelasting vanaf 2023 aanzienlijk zwaarder belast gaan worden. Nu wordt een aldus verhuurde woning met een huur van 4 tot 5% van de WOZ-waarde voor de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting gewaardeerd op 67% van de WOZ-waarde. Dit gaat per 2023 omhoog naar 95%. De percentagens van de leegwaarderatio worden vanaf 2023 geactualiseerd, waarbij het hoogste percentage 100% wordt.
Tijdelijke (ver)huurcontracten worden uitgesloten van toepassing van de leegwaarderatio. Dit betekent feitelijk dat de leegwaarderatio voor tijdelijk verhuurde (verpachte) woningen wordt afgeschaft. Daarnaast wordt bij de verhuur aan verbonden partijen (bijvoorbeeld aan uw kind) het percentage van de leegwaarderatio vastgesteld op het hoogste percentage (100%). Dat geldt ook bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde. Ook voor deze situaties betekent dit feitelijk afschaffing van de leegwaarderatio. In al deze gevallen waardeert u de verhuurde woning op de WOZ-waarde.

Actiepunt
Voor de inkomstenbelasting (box 3) is aan de hogere heffing niets te doen. Maar bent u van plan om verhuurde woningen te schenken, dan is het verstandig om dat nog dit jaar te doen.

 

Einde verhuurderheffing 

De verhuurderheffing wordt per 1 januari 2023 afgeschaft. U bent deze heffing verschuldigd als u op
1 januari van het jaar in het bezit bent van meer dan 50 huurwoningen, waarvan de kale huurprijs op of onder de huurgrens blijft (in 2022: € 763,47 per maand). De verhuurderheffing van 0,332% wordt berekend over de WOZ-waarde van deze huurwoningen – met een maximum van € 345.000 per woning (in 2022) – verminderd met 50 x de gemiddelde WOZ-waarde van deze woningen. Zijn de woningen Rijksmonumenten? Dan bent u vrijgesteld van de verhuurderheffing. Rijksmonumenten zijn woningen die volgens de Erfgoedwet als zodanig zijn aangewezen. Dit jaar is dus het laatste jaar dat u verhuurderheffing hebt moeten betalen.

Geen BTW meer bij zonnepanelen op werk of bij woningen

Vanaf 1 januari 2023 wordt het btw-nultarief van toepassing op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Dit laatste betekent dat ook zonnepanelen die op een schuur, garage, in de tuin en/of op een uitbouw bij de woning worden geplaatst, kwalificeren voor het nultarief. De bestemming van de zonnepanelen is doorslaggevend. Het nultarief kan daardoor ook worden benut door woningcorporaties en particuliere verhuurders die zonnepanelen laten plaatsen op hun woningen. Omdat u bij de aankoop en installatie van zonnepanelen geen btw meer hoeft te betalen, hoeft u ook geen btw meer terug te vragen van de Belastingdienst.

Let op
De verhuur van zonnepanelen op woningen valt niet onder het btw-nultarief. Dat geldt ook voor zonneweringen met zonnecellen. Zonnepanelen die geïntegreerd zijn in de dakpannen kwalificeren wel voor het nultarief.

Benut de middelingsregeling 

Hebt u de afgelopen jaren met inkomensschommelingen te maken gehad? Die wisselende inkomsten kunnen in het ene jaar zwaar belast zijn en in het andere jaar juist niet. Er bestaat echter een regeling die de belastingheffing over deze inkomsten matigt door de inkomsten gelijkmatig over de jaren te verdelen. Bij deze zogenoemde ‘middelingsregeling’ telt u uw belastbare inkomens van drie aaneengesloten jaren op en deelt u het totaal door drie. Over dit gemiddelde inkomen herrekent u per jaar de verschuldigde inkomstenbelasting. Als u over de drie jaren meer dan € 545 minder belasting verschuldigd bent dan zonder de middeling, kunt u deze belasting terugvragen bij de Belastingdienst. De middelingsregeling wordt volgend jaar afgeschaft. Concreet betekent dit dat de periode 2022 tot en met 2024 het laatste tijdvak is waarover u kunt middelen.

Let op
De teruggaaf heeft geen invloed op de toeslagen die u al hebt gehad.

Actiepunt
Hebt u de afgelopen jaren bijvoorbeeld door de coronacrisis een sterk wisselend inkomen gehad?
Het is dan verstandig om te (laten) berekenen of toepassing van de middelingsregeling u een belastingvoordeel oplevert. Andere situaties waarin de middelingsregeling voordelig kan zijn:

  • na uw afstuderen als u een vaste baan heeft gekregen;
  • als u een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) hebt ontvangen;
  • u in de afgelopen jaren bent gestart of gestopt met werken;
  • als u minder bent gaan werken of onbetaald verlof hebt opgenomen.

Berekening meesturen niet nodig
U hoeft geen berekening mee te sturen bij uw middelingsverzoek. Wel moet u aangeven over welke drie aaneengesloten kalenderjaren de middeling moet plaatsvinden. De overige gegevens die nodig zijn voor het herberekenen van de belasting in het kader van middeling zijn bij de Belastingdienst bekend. Het is wel verstandig om de middelingsberekening voor uzelf te (laten) maken. Zo kunt u controleren of de berekening van de Belastingdienst klopt.

Samenwoners: zorg dat u elkaars fiscaal partner bent

U kunt voor de schenk- en erfbelasting maar met één andere persoon fiscaal partner zijn. Naast gehuwden en geregistreerden kunnen ook samenwoners fiscaal partner van elkaar zijn. Dat bent u in elk geval als u een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgplicht hebt of langer dan 5 jaar samenwoont. U moet bovendien gezamenlijk staan ingeschreven op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Woont u korter dan 5 jaar samen, dan kunt u fiscaal partner van elkaar zijn door een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgplicht te laten opmaken en u beiden in te schrijven op hetzelfde adres in de GBA. U wordt dan voor de erfbelasting fiscaal partner van elkaar, zodra het samenlevingscontract 6 maanden heeft bestaan én u ten minste 6 maanden gezamenlijk stond ingeschreven in de GBA. Voor de schenkbelasting is die termijn zelfs 2 jaar. Bent u eenmaal fiscaal partner van elkaar, dan heeft uw partner bij uw overlijden recht op de partnervrijstelling van maximaal € 680.645 (in 2022) en op indeling in tariefgroep 1 (tarief: 10%/ 20%).

Benoem elkaar tot erfgenaam in een testament
Hebt u geen testament waarin u elkaar tot erfgenaam benoemt? U doet er dan verstandig aan om dit alsnog te laten opmaken. Ook als u al vele jaren samenwoont. U heeft immers niets aan de ruime vrijstelling en gunstige tarieven als u niet van elkaar erft! In tegenstelling tot gehuwden (geregistreerden) bent u als samenwoners namelijk niet automatisch erfgenaam van elkaar. Dat bent u pas als u elkaar daartoe in een testament hebt benoemd.

Wacht met aanschaf elektrische (lease)auto

U kunt als particulier subsidie krijgen voor de aankoop of (private) lease van een nieuwe elektrische personenauto op grond van de tijdelijke Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP). Het subsidiebedrag voor een nieuwe elektrische auto bedraagt in 2023 € 2.950. Vanaf 2025 wordt geen subsidie meer verstrekt. U kunt in deze subsidieregeling ook subsidie krijgen voor de aanschaf van een gebruikte elektrische personenauto. Dat bedrag blijft gelijk aan dat van dit jaar:
€ 2.000 per auto. De koop- of leaseovereenkomst moet zijn afgesloten in het kalenderjaar waarin u ook subsidie aanvraagt. U komt dus alleen voor de SEPP-subsidie 2023 in aanmerking als u de koop- of leaseovereenkomst sluit op of na 1 januari 2023. Wilt u gebruikmaken van deze subsidiekans, wacht dan nog even met uw aankoop of het sluiten van het leasecontract.

Actiepunt
Het loket voor deze populaire subsidieregeling opent op 10 januari 2023 om 9.00 uur. De ervaring leert dat deze subsidiepot – met name voor nieuwe elektrische auto’s – snel leeg is. Dus wacht in het nieuwe jaar niet te lang met uw aankoop of lease en de aanvraag.
Neem zekerheidshalve een ontbindende voorwaarde op in de koop- of leaseovereenkomst, zodat u nog van de koop of lease kunt afzien als u geen subsidie krijgt.

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot 17 november 2022. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden.
De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.