070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Tips voor de ondernemer

Achterstand op betalingsregeling coronaschuld – wat nu?

Als u een achterstand heeft op de betalingsregeling voor het aflossen van uw coronabelastingschuld, dan hebt u hierover waarschijnlijk een of meerdere brieven ontvangen van de Belastingdienst met mogelijk bijgevoegd een schuldenoverzicht en een overzicht van uw betalingen op de betalingsregeling vanaf september 2022. De Belastingdienst roept u in de brieven op om in actie te komen door bijvoorbeeld alsnog gebruik te maken van de versoepelingen van de betalingsregeling of om hulp te zoeken.

Versoepelingen

Hebt u een in de kern gezond bedrijf, dan kunt u gebruikmaken van de mogelijkheid om de vastgestelde maandbedragen per kwartaal te voldoen. Ook kunt u een eenmalige betaalpauze van maximaal zes maanden aanvragen. Hebt u een coronabelastingschuld van tenminste € 10.000? In dat geval kunt u deze schuld onder voorwaarden ook aflossen in maximaal 7 jaar in plaats van 5 jaar. U dient hiervoor een verzoek in bij de Belastingdienst, waarin u onderbouwt waarom u niet in 5, maar wel in 7 jaar uw coronabelastingschuld kunt aflossen. Een belangrijke voorwaarde om deze versoepelingen te kunnen benutten, is dat u vanaf 1 oktober 2022 steeds aan uw reguliere betalingsverplichtingen (zoals afdracht btw en loonheffingen) hebt voldaan.  

Hulp bij schuldsanering

Als u niet (meer) aan de voorwaarden van de betalingsregeling kunt voldoen en u en/of uw bedrijf kampt met een te hoge schuldenlast om op termijn levensvatbaar te zijn, dan zit er niets anders op dan om de schulden te saneren. Dat kan door 1-op-1 afspraken te maken met uw schuldeisers. Een nadeel van deze vorm van sanering is dat vaak een deel van de schuldeisers niet zal willen meewerken, of alleen wil meewerken als alle schuldeisers meewerken. Een andere optie zou dan een WHOA-schuldsaneringstraject kunnen zijn, waarbij de niet-welwillende schuldeisers door een rechter gedwongen kunnen worden om alsnog akkoord te gaan met een schuldsanering. WHOA staat voor Wet homologatie onderhands akkoord. Ook dit traject is aan regels gebonden. Bovendien kost saneren geld. De schulden zullen soms deels moeten worden afgekocht en er zijn veelal ook specialisten nodig (herstructureringskundige, jurist/advocaat, etc.). Dit betekent dat vaak naar herfinanciering gezocht moet worden. Daarnaast zal uw bedrijf na sanering weer – aantoonbaar! – levensvatbaar moeten zijn. Is dat niet het geval, dan is sanering meestal niet de juiste keuze. Soms kan een sanering worden gevolgd door een bedrijfsbeëindiging. De sanering heeft dan als doel het voorkomen van een faillissement in plaats van de levensvatbaarheid van uw onderneming daarna.    

Niks doen is geen optie

De Belastingdienst heeft laten weten dat ondernemers die ondanks de brieven geen actie hebben ondernomen, vanaf eind mei beschikkingen kunnen krijgen, waarmee de betalingsregeling wordt ingetrokken. Dit blijft achterwege als u slechts één aflossingstermijn niet hebt betaald, terwijl u wel aan de overige voorwaarden van de betalingsregeling heeft voldaan. Na ontvangst van de beschikking hebt u nog twee weken de tijd om de betalingsachterstand in te lopen. Daarna begint de Belastingdienst gefaseerd met invorderingsmaatregelen. Het is overigens nog maar de vraag of de soep inderdaad zo heet zal worden gegeten, als die nu wordt opgediend. 

Tijdig FOR of stakingswinst omzetten voor premieaftrek in 2022

Tot en met 2022 kon u pensioen opbouwen in de fiscale oudedagsreserve (FOR). Heeft u een FOR opgebouwd, dan mag u die nog volgens de oude regels omzetten in een lijfrente. Wilt u uw oudedagsreserve omzetten in een lijfrente bij een bank of verzekeraar en de lijfrentepremie nog in de IB-aangifte 2022 in aftrek brengen? Zorg er dan voor dat u de premie op tijd betaalt. De lijfrentepremie is nog aftrekbaar in 2022 als u de premie uiterlijk vóór 1 juli 2023 hebt betaald. 

Stakingslijfrente

Hebt u uw onderneming in 2022 gestaakt en wilt u in dat jaar de stakingslijfrentepremieaftrek claimen? Zorg er dan voor dat u de premie uiterlijk vóór 1 juli 2023 hebt betaald. U mag de stakingslijfrentepremie dan in mindering brengen op het inkomen in het stakingsjaar. De aftrek is wel gemaximeerd. De hoogte hangt onder meer af van uw leeftijd op het stakingsmoment, de mate van eventuele arbeidsongeschiktheid en van de ingangsdatum van de lijfrente-uitkeringen.

Subsidieregeling verduurzaming mkb heropend 

Wilt u uw bedrijf verduurzamen, maar hebt u geen tijd om u daarin te verdiepen? Sinds 1 april jl. kunt u onder voorwaarden weer subsidie krijgen voor het laten opstellen van een energieadvies op maat en voor de ondersteuning bij de uitvoering van dat advies. Deze Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM) werd vorig jaar stopgezet wegens oneigenlijk gebruik, maar is nu weer opengesteld in aangescherpte vorm.
De externe energieadviseur zoekt voor u uit hoe u het beste energie kunt besparen. Enerzijds door maatregelen om de CO2-uitstoot van uw bedrijfspand te beperken, zoals isolatie of HR++-glas, zonnepanelen of LED-verlichting en anderzijds door energiebesparende maatregelen in uw bedrijfsvoering. Denk aan koeling, keuken- en ICT-apparatuur en elektrische bedrijfswagens. Voor het verduurzamingsadvies krijgt u minimaal € 400 en maximaal € 750 subsidie. Daarnaast kunt u subsidie krijgen voor ondersteuning bij de uitvoering van de maatregelen, bijvoorbeeld voor het inschakelen van een accountant of projectleider die het inkooptraject en de financiering regelt. Het maximale subsidiebedrag voor het advies en de ondersteuning bedraagt € 2.500. De subsidie is specifiek bedoeld voor de mkb-ondernemer. U kunt de subsidie bij de RVO aanvragen tot 30 september 2023, 17:00 uur. De subsidies worden verstrekt op volgorde van binnenkomst. Dus wacht niet te lang met uw aanvraag, want op is op.

Let op
U krijgt deze subsidie alleen voor het advies op maat en de ondersteuning bij de uitvoering ervan. Voor de benodigde investeringen, bijvoorbeeld de aanschaf- of installatiekosten, kunt u mogelijk gebruikmaken van andere subsidies of regelingen, zoals de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) of de Energie-investeringsaftrek (EIA).

Digitaal platform – bent u klaar voor DAC7? 

Exploitanten van een digitaal platform die in Nederland gevestigd zijn of Nederlandse gebruikers faciliteren, moeten sinds 1 januari 2023 verplicht jaarlijks informatie aanleveren bij de Belastingdienst over verkopers of verhuurders die via dit platform inkomsten verwerven. Dit volgt uit nieuwe EU-regelgeving (DAC7). Hebt u een dergelijk digitaal platform? In dat geval bent u begin 2024 voor het eerst rapportageplichtig over het kalenderjaar 2023. Doel hiervan is het vergroten van fiscale transparantie in de digitale economie. De gerapporteerde gegevens kunnen worden gebruikt voor zowel de inkomstenbelasting als de btw.

Welke platformen precies?

De rapportageverplichting geldt voor u als u uw digitale platform ter beschikking stelt aan verkopers om commerciële activiteiten te verrichten. Het begrip commerciële activiteiten is ruim geformuleerd en omvat de verhuur van onroerende goederen, persoonlijke diensten, de verkoop van goederen, de verhuur van vervoermiddelen en beleggingsdiensten. Niet alle activiteiten op een platform vallen binnen de reikwijdte van DAC7. Uw platform valt in principe niet onder de rapportageverplichting als uw platform uitsluitend advertenties plaatst, gebruikers doorverwijst naar een platform of betalingen verwerkt.

Valt uw digitale platform binnen de reikwijdte van DAC7, dan moet u veel informatie van de verkopers op uw platform opvragen, verifiëren en vastleggen. Dit jaar betreft die informatie alleen de (transactie)gegevens van nieuwe verkopers. Vanaf 2024 bent u verplicht te rapporteren over de (transactie)gegevens van alle verkopers. Ook zult u doorlopend moeten controleren op relevante wijzigingen in omstandigheden. Dit heeft een flinke impact op uw organisatie. Zo moet u uitzoeken bij welke verkopers/verhuurders u gegevens moet opvragen en welke procedures en controles u in uw organisatie moet invoeren om aan deze nieuwe verplichting te voldoen.

Tip
Als uw organisatie onder de rapportageverplichting valt, zorg er dan voor dat u tijdig begint met het in kaart brengen van de verkopers en verhuurders die via uw platform inkomsten verwerven en vraag tijdig bij hen de benodigde informatie op, zodat u begin volgend jaar helemaal klaar bent om uiterlijk 31 januari 2024 aan uw rapportageverplichting te voldoen. Niet voldoen aan deze verplichting leidt tot hoge boetes.

Tips voor de DGA

Leg afspraken vast in managementovereenkomst 

Het is van groot belang dat bestuurders hun afspraken vastleggen in een managementovereenkomst. Dit belang werd recent nog maar weer eens aangetoond in de zaak van een familiebedrijf dat werd bestuurd door twee broers: Joris en Jaap. In de managementovereenkomst waaraan zij zich hebben gecommitteerd, is bepaald dat deze eindigt op 1 januari, volgende op het jaar dat een bestuurder 67 jaar wordt. Jaap is 67 jaar geworden in 2022. Joris zegt daarom – namens de vennootschap – de managementovereenkomst met hem op per 1 januari 2023. Jaap weigert echter om na 1 januari 2023 zijn bestuursfunctie neer te legen. Volgens hem kan zijn broer de managementovereenkomst niet namens de vennootschap opzeggen, omdat dit kwalificeert als een bestuursbesluit, dat zij samen moeten nemen.

Wat oordeelt de rechter? 

De rechter gaat hier niet in mee. Het was voor Jaap duidelijk wat de gevolgen waren van de afspraken waarvoor hij getekend heeft in de managementovereenkomst. Van hem kan daarom worden verwacht dat hij deze afspraken nakomt. Ten overvloede merkt de rechter op dat ook als er inderdaad een bestuursbesluit zou moeten worden genomen, Jaap vanwege een tegenstrijdig belang niet betrokken zou worden bij de besluitvorming. Het gelijk is aan Joris. Jaap wordt geschorst en mag de vennootschap niet meer vertegenwoordigen. Ook heeft hij geen toegang meer tot de bedrijfspanden, -systemen en -gegevens.
Zouden Joris en Jaap de afspraak dat een bestuurder op 67-jarige leeftijd met pensioen gaat niet hebben vastgelegd in de managementovereenkomst? Dan was er een niet gemakkelijk op te lossen impasse ontstaan tussen de twee bestuurders. Joris, althans de vennootschap, had dan geen contractuele grond gehad om de managementovereenkomst op te zeggen.

Turboliquidatie minder eenvoudig

Een rechtspersoon kan – onder voorwaarden – worden ontbonden zonder dat een vereffening hoeft plaatst te vinden (de turboliquidatie). Dit kan betekenen dat een rechtspersoon van de ene op de andere dag is ontbonden en uitgeschreven. Dat kan vervelend uitpakken voor schuldeisers. Onlangs is een nieuwe tijdelijke wet aangenomen die strengere eisen stelt aan turboliquidaties, waardoor schuldeisers beter worden beschermd. De wet geldt in beginsel voor twee jaar, maar met een optie tot verlenging.

Strengere eisen

Een van de strengere eisen betreft de verplichting om financiële verantwoording af te leggen voor het bestuur van de rechtspersoon die door een turboliquidatie is geëindigd. Het bestuur moet deze stukken deponeren bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven. Dit betreft meestal het Handelsregister. Mochten er redenen zijn om te veronderstellen dat de verantwoordingsplicht niet is nageleefd, dan kunnen de schuldeisers met machtiging van de kantonrechter de administratie van de ontbonden rechtspersoon inzien. 

Een andere aanvullende eis ziet op de situatie waarin schulden zijn achtergebleven na een turboliquidatie. In dat geval kunnen bestuurders een bestuursverbod opgelegd krijgen, als zij:

  • niet aan de deponeringsplicht hebben voldaan;
  • in aanloop van de ontbinding doelbewust een of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld, of 
  • herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden of bij een faillissement en hen daarvan een persoonlijk verwijt treft.

Het is nog niet bekend wanneer de wet inwerking treedt. Dit wordt zeer waarschijnlijk 1 juli 2023.

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 10 mei 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.