070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Gebruikelijk loon anders berekenen

U moet als aanmerkelijkbelanghouder (5% of groter aandelenbelang) ten minste een gebruikelijk loon
opnemen voor het werk dat u voor uw bv verricht. De berekeningswijze van dit loon is gewijzigd door
het afschaffen van de doelmatigheidsmarge van 25%. Deze marge hield in dat u uw loon 25% lager
mocht vaststellen dan gebruikelijk was voor de functie. Het gebruikelijk loon wordt vanaf 2023 in
beginsel vastgesteld op het hoogste bedrag uit de volgende reeks bedragen:
– het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
– het hoogste loon van werknemers in dienst van de vennootschap of daarmee verbonden
vennootschappen; of
– € 51.000

Let op
Heeft u een afspraak met de Belastingdienst over de hoogte van het gebruikelijk loon die is
vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (vso) en loopt de geldigheid van die afspraak door in
2023? Dan blijft de vso van kracht zonder nadere afstemming met de inspecteur. Maar is bij die
afspraak het loon op 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking vastgesteld, dan
moet u vanaf 2023 uitgaan van 100% van dat loon. Het kan daardoor verstandig zijn om de hoogte
van het gebruikelijk loon nog eens tegen het licht te houden.

 

Box-2-tarief nog onveranderd

Het box-2-tarief in de inkomstenbelasting voor dividenden uit uw bv of over de winst bij verkoop van
uw aandelen in de bv is gelijk gebleven en bedraagt 26,9%. Maar vanaf volgend jaar gaat er wel het
een en ander veranderen in dit tarief. Dan worden er twee tariefschijven ingevoerd in box 2. De eerste
schijf met een tarief van 24,5% geldt voor box-2-inkomsten tot € 67.000 en daarboven zal een tarief
van 31% gelden. Heeft u een fiscaal partner? Dan geldt vanaf 2024 het lage box-2-tarief tot € 134.000
bij een gelijke verdeling tussen u en uw partner.

 

VPB Eerste schijf verlaagd en tarief verhoogd

Het vennootschapsbelastingtarief in de eerste schijf is fors verhoogd van 15% naar 19%. Daarnaast is
de lengte van deze schijf verkort van een jaarwinst van € 395.000 naar € 200.000. Het tarief in de
tweede schijf (vanaf een jaarwinst van € 200.000) is 25,8% gebleven. Door het verlagen van de
winstgrens in de eerste schijf wordt de winst van uw bedrijf eerder belast met dit hoge tarief.

Beperk de stand van uw rekening-courant

De Belastingdienst controleert regelmatig de zakelijkheid van een rekening-courant bij de eigen bv.
Uw aangifte voor de inkomstenbelasting en die van uw bv voor de vennootschapsbelasting worden
daarbij beoordeeld in onderlinge samenhang. De rekening-courantverhouding met uw bv kan als
onzakelijk worden aangemerkt als niet aannemelijk is dat u de schuld aan uw bv ooit aflost. Er heeft
dan een definitieve vermogensverschuiving plaatsgehad van de bv naar u, waarvan u en uw bv zich
bewust waren. De rekening-courant vormt dan een verkapte winstuitdeling, waarover u box-2-
belasting (nu nog 26,9%) verschuldigd bent. Laat de rekening-courant dus niet te hoog oplopen.

 

Begin met aflossen

Het lenen bij uw eigen bv boven een bedrag van € 700.000 wordt bovendien belast als inkomen uit
aanmerkelijk belang. Zijn uw schulden (niet zijnde eigenwoningschulden) bij uw eigen bv hoger dan €
700.000? Zorg er dan voor dat u de schuldenlast eind 2023 (het eerste moment waarop de
Belastingdienst de stand van de rekening-courant en overige schulden aan uw bv controleert) zo veel
als mogelijk heeft teruggebracht tot maximaal € 700.000.

Extra afschrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen

De hiervoor bij de startpunten voor de ondernemer genoemde mogelijkheid om in 2023 op nieuwe
aangewezen bedrijfsmiddelen extra af te schrijven geldt ook voor uw vennootschapsbelastingplichtige
mkb-onderneming. Ook uw bv mag op investeringen die zij in 2023 doet, direct al tot maximaal 50%
over de aankoopprijs minus restwaarde afschrijven ten laste van de winst. Over het restant moet uw
bv regulier afschrijven. Doordat uw bv meer mag afschrijven betaalt zij minder
vennootschapsbelasting. Brengt uw bv zelf een bedrijfsmiddel voort? Ook in dat geval mag uw bv
versneld afschrijven over de voortbrengingskosten die zij in 2023 maakt.
Bepaalde bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van deze regeling, zoals gebouwen, schepen, vliegtuigen
en bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor de verhuur aan derden. Ook bedrijfsmiddelen waarop via
een andere regeling – zoals de Vamil – al vervroegd wordt afgeschreven zijn uitgesloten.
Bedrijfsmiddelen die wel kwalificeren moet u uiterlijk vóór 1 januari 2026 in gebruik hebben genomen.

Overgangsregeling uitzondering innovatieve start-ups

Sinds 1 januari 2023 kunt u geen gebruik meer maken van de uitzondering op de
gebruikelijkloonregeling voor aanmerkelijkbelanghouders die werken voor een innovatieve start-up.
Die uitzondering hield in dat u het gebruikelijk loon gedurende 3 jaar mocht vaststellen op het wettelijk
minimumloon. Maar als u in 2021 of 2022 al gebruikmaakte van deze uitzondering, dan mag u de
uitzondering blijven toepassen voor de maximale duur van 3 jaar. U moet dan in 2023 (bij start in 2021
of 2022) en in 2024 (bij start in 2022) wel blijven voldoen aan de voorwaarden. Dat wil zeggen dat u
een S&O-verklaring moet hebben en maximaal 5 jaar inhoudingsplichtige moet zijn voor de
loonbelasting en hiervan maximaal al 2 jaar een S&O-verklaring hebben gehad.

 

Vraag voorlopige verliesverrekening aan

Als uw bv in 2022 verlies heeft geleden, kunt u zodra de aangifte vennootschapsbelasting 2022 is
ingediend, een verzoek doen om voorlopige verliesverrekening. U kunt dan alvast 80% van het verlies
verrekenen met winsten uit eerdere jaren. Dit levert uw bv een liquiditeitsvoordeel op, omdat zij eerder
kan beschikken over een te verwachten belastingteruggaaf. De voorlopige verliesverrekening wordt
later verrekend met de definitieve verliesverrekening.

 

Betalingskorting afgeschaft

Tot en met 2022 kreeg uw bv een betalingskorting als zij een voorlopige aanslag
vennootschapsbelasting voor het lopende jaar in één keer betaalde vóór de eerste betaaldatum. Uw
bv kon daarbij de korting direct aftrekken van het te betalen bedrag. Dit voordeel is vanaf 1 januari
2023 vervallen.

 

Tijdig UBO’s trust registreren

Sinds 1 november 2022 moeten ook de uiteindelijk belanghebbenden (Ultimate Beneficial Owners:
UBO’s) van trusts (trustees), fondsen voor gemene rekening en soortgelijke constructies worden
geregistreerd in het UBO-register trusts. Het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische
constructies maakt het voor criminelen lastiger om zich te verschuilen achter zulke constructies. Door
de registratie van UBO’s is er meer transparantie, waardoor het register bijdraagt aan het voorkomen
van witwassen, corruptie, fraude, belastingontduiking en de financiering van terrorisme.

 

Wat is een trust?

Een trust is een juridische constructie, die in het leven wordt geroepen door een persoon (de
oprichter/settlor), waarbij goederen worden toevertrouwd aan een beheerder (de trustee) ten behoeve
van een of meerdere begunstigden. De trust kent vele varianten en wordt onder meer gebruikt in de
zakelijke sfeer, in familiaire sfeer, in charitatieve en in culturele sferen. Alleen de trustee van een trust,
of degene die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie heeft als een trustee
in een trust, kan de registratie van UBO’s verrichten. Ben u zelf de trustee? Dan bent u ook een UBO
van de trust.

 

Tijdig registreren

De UBO’s van een trust kunnen tot uiterlijk 1 februari 2023 worden geregistreerd via de website
uboregistertrusts.nl. De Kamer van Koophandel beheert het UBO-register trusts namens de
ministeries van Financiën en Justitie & Veiligheid.

 

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 1 januari 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.