070 - 31 31 000 info@vastrecht.com

Tips voor werkgevers en werknemers

Wat moet u weten over de fiets van de zaak

Steeds meer werkgevers stellen een fiets ter beschikking aan hun werknemers. Daarvan is niet alleen sprake als u als werkgever een fiets koopt of leaset en aan uw werknemer ter beschikking stelt. Ook als de werknemer zelf een fiets leaset en u alle kosten vergoedt, is er sprake van een ter beschikking gestelde fiets. Onder een ‘fiets’ wordt overigens in dit verband ook een elektrische fiets en een speed pedelec verstaan. Als de werknemer de fiets voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt ervan uitgegaan dat de fiets ook voor privédoeleinden wordt gebruikt. Dat privégebruik vormt loon in natura, waarvan u jaarlijks de waarde bij het loon moet tellen. U mag er ook voor kiezen om de bijtelling aan te wijzen als eindheffingsloon, mits u voldoet aan de gebruikelijkheidseis. Dat wil zeggen dat het gebruikelijk is dat ook andere werkgevers een fiets ter beschikking stellen en de bijtelling ten laste van de vrije ruimte brengen. Weer een andere optie is dat u met de werknemer afspreekt dat hij/zij brutoloon uitruilt tegen een ter beschikking gestelde fiets. Ook dan mag u de bijtelling aanwijzen als eindheffingsloon en ten laste brengen van de vrije ruimte, mits dit gebruikelijk is.

Waarde privégebruik

De waarde van het privégebruik wordt gesteld op 7% van de consumentenadviesprijs van de fabrikant of importeur, inclusief btw. U kunt de consumentenadviesprijzen opzoeken in deze database. Kunt u de oorspronkelijke prijs niet vinden, dan moet u uitgaan van de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets. Op de bijtelling mag u de aan u betaalde eigen bijdrage van de werknemer in mindering brengen. Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het thuis opladen van de accu van de ter beschikking gestelde elektrische fiets. U kunt deze (intermediaire) kosten wel onbelast vergoeden.
Wil de werknemer de fiets na een aantal jaren overnemen? Dan betaalt hij of zij de actuele waarde in het economisch verkeer. De Belastingdienst gaat daarbij uit van een afschrijving in 5 jaar. Na verloop van 5 jaar is de restwaarde dus nihil.

Laadkosten en de bijtelling elektrische auto

Stel, uw werknemer gaat met zijn elektrische auto van de zaak op vakantie. In het buitenland kan hij de laadpas niet gebruiken. Kunnen de door de werknemer betaalde laadkosten dan wel in mindering komen op de bijtelling voor privégebruik van de auto? Alleen de kosten voor privégebruik die de werknemer aan u betaalt, komen in beginsel in mindering op de bijtelling. Betalingen voor privégebruik van de auto die de werknemer aan anderen doet, mogen alleen in mindering worden gebracht op de bijtelling als het gaat om intermediaire kosten. Toch kunnen de laadkosten, maar ook brandstofkosten, parkeer-, veer- en tolgelden, onder de volgende voorwaarden als eigen bijdrage op de bijtelling in mindering komen:

  • Voordat de werknemer met vakantie gaat, spreekt u met hem af haar dat hij of zij de betaling van de laadkosten voor of namens u doet.
  • Uw werknemer specificeert de (omvang van de) kosten voor u.
  • U merkt deze betaling aan als eigen bijdrage voor privégebruik van de auto.
  • U vergoedt de betaling niet, maar brengt deze in mindering op de bijtelling. 

Let op
Deze voorwaarden moet u schriftelijk vastleggen in bijvoorbeeld een autoreglement of (een aanvulling op) de arbeidsovereenkomst.

Verplicht meewerken aan verzoek beëindiging slapend dienstverband

Het dienstverband van een werknemer die twee jaar (104 weken) arbeidsongeschikt is, kan worden ontbonden. Gebeurt dit niet, dan ontstaat een slapend dienstverband. Een werknemer kan u daarna echter op enig moment verzoeken om zijn of haar arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, onder toekenning van een transitievergoeding. In dat geval moet u op grond van goed werkgeverschap hieraan uw medewerking verlenen. Dit heeft de hoogste rechter, de Hoge Raad, onlangs beslist. U kunt in dat geval compensatie ontvangen voor de te betalen transitievergoeding op basis van de Regeling compensatie transitievergoeding die wordt uitgevoerd door het UWV. De transitievergoeding hoeft niet meer te bedragen dan de verschuldigde vergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid. De datum waarop de arbeidsovereenkomst feitelijk wordt beëindigd, is daarbij dus niet bepalend.

Lagere transitievergoeding

De berekening van de transitievergoeding is op 1 januari 2020 gewijzigd. Dit resulteerde voor de oudere werknemers in een veel lagere transitievergoeding. Bereikten u en uw oudere werknemer evenwel overeenstemming over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020? Dan is de regeling voor de berekening van de transitievergoeding van voor 1 januari 2020 van toepassing. Dit betekent dus een hogere transitievergoeding. Het verdient ook aanbeveling om dit met de werknemer zo te regelen. Anders bestaat het risico dat de werknemer met deze uitspraak van de Hoge Raad in de hand aanspraak kan maken op de hogere vergoeding. Oók als de regeling tot stand is gekomen ná 1 januari 2020(!). 

Tip
Voor de compensatie van de transitievergoeding is deze uitspraak ook van belang. Het UWV zal voor de compensatie in dit soort zaken moeten uitgaan van de regeling zoals die bestond voor 1 januari 2020. Het is dus zaak om de beslissing van het UWV op dit aspect te laten controleren. 

Attendeer werknemers tijdig op vervallen wettelijke vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen over een kalenderjaar vervallen als deze niet binnen de eerste 6 maanden van het daarop volgende jaar zijn opgenomen. Zo vervallen de wettelijke vakantiedagen over het jaar 2022, als uw werknemers die dagen niet opnemen vóór 1 juli 2023. Eind 2018 heeft de Europese rechter echter beslist dat de wettelijke vakantiedagen níet vervallen als u uw werknemers niet duidelijk en tijdig hebt geïnformeerd over de vervaltermijn van hun vakantiedagen. U moet uw werknemers stimuleren en ook in staat stellen om de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Doet u dit niet (goed), dan behouden uw werknemers de wettelijke vakantiedagen en kunnen zij later bij uitdiensttreding om uitbetaling van die dagen verzoeken.

Tip
Zijn er werknemers in uw bedrijf die nog vakantiedagen van het kalenderjaar 2022 niet hebben opgenomen? Informeer deze werknemers dan over de datum waarop die dagen vervallen én stel hen in staat om die dagen vóór 1 juli 2023 op te nemen. Zonder vervulling van deze voorwaarden kan er dus nog steeds een stuwmeer aan niet opgenomen vakantiedagen ontstaan.

Tips voor elke belastingbetaler

Box 3 houdt de gemoederen bezig

Dit jaar legt de Belastingdienst weer definitieve aanslagen inkomstenbelasting op, waarin box-3-vermogen is begrepen. Het gaat dan in eerste instantie om de aanslagen tot en met het belastingjaar 2021. Later dit jaar volgen de aanslagen voor het belastingjaar 2022. De Belastingdienst past daarbij voor de berekening van het box-3-inkomen het systeem van automatisch rechtsherstel toe, zoals dat is vastgelegd in de Wet rechtsherstel box 3. Daarbij wordt het box-3-inkomen berekend volgens het oude box-3-systeem dat gold vóór het Kerstarrest van 24 december 2021 en volgens de zogenoemde forfaitaire spaarvariant. De laagste uitkomst van deze berekeningen is het box-3-inkomen dat in de definitieve aanslag zal worden verwerkt. 

Nieuwe massaalbezwaarprocedure?

Beide systemen gaan uit van forfaitaire rendementen. Bij veel belastingplichtigen wijken de werkelijke rendementen hiervan af. Daarnaast speelt mee dat bij toepassing van de forfaitaire spaarvariant een andere verdeling van het box-3-vermogen tussen de partners gunstiger kan zijn, dan de verdeling waarvan de Belastingdienst is uitgegaan bij de vaststelling van de aanslag. Zo ontstaat een nieuwe bron voor een tsunami aan bezwaarschriften. Om dit te voorkomen wordt momenteel – in samenspraak met de beroeps- en belangenorganisaties – onderzocht of er een nieuwe massaalbezwaarprocedure moet komen voor al deze gevallen. Daarbij zou aan de rechter de vraag moeten worden voorgelegd of de forfaitaire spaarvariant een juiste invulling is van het begrip ‘werkelijk behaalde rendement’, zoals de Hoge Raad heeft verwoord in het Kerstarrest. Als deze massaalbezwaarprocedure er komt, dan hoeft u als uw bezwaar op deze rechtsvraag is gebaseerd, niet in actie te komen. 

Tijdig bezwaar maken

Maar zolang hierover geen duidelijkheid bestaat, zult u steeds individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen de opgelegde aanslag inkomstenbelasting om uw rechten veilig te stellen. ‘Tijdig’ wil in dit verband zeggen binnen 6 weken na de datum waarop de aanslag is opgelegd. Daarbij kunt u ook verzoeken om een rentevergoeding. Uit recente rechtspraak is gebleken dat als een teruggaaf is gebaseerd op een schending van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), er een redelijke tegemoetkoming moet worden verleend. Ook als de wet daarin niet voorziet. De Hoge Raad moet hierover nog beslissen, maar u moet de rentevergoeding wel alvast bij uw bezwaar claimen, anders bent u te laat.

Subsidieloket open voor isolatiemaatregelen eigen woning

Bent u van plan om isolatiemaatregelen te treffen in uw eigen woning? Of zijn er sinds 2 april 2022 isolatiemaatregelen uitgevoerd in uw eigen woning? U kunt hiervoor subsidie krijgen op grond van de ‘Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing’ (ISDE). Het aanvraagloket bij de RVO is sinds 24 januari jl. geopend. Vanaf 2023 kunt u ook voor één isolatiemaatregel subsidie krijgen. Vorig jaar moest u voor deze subsidie twee of meer isolatiemaatregelen in de woning treffen. Het subsidiebedrag is bij één isolatiemaatregel 15% van de isolatiekosten. Neemt u daarna binnen 24 maanden een tweede (of meer) isolatiemaatregel(en), dan wordt het subsidiebedrag voor de eerste maatregel verdubbeld naar 30%.
Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door de RVO. Op rvo.nl kunt u aan de hand van maatregelenlijsten controleren of de isolatiemaatregelen die u wilt treffen, in aanmerking komen voor de ISDE. Daar staat ook een stappenplan om de aanvraag in te dienen. Doorloop voorafgaand aan de aanvraag eerst het stappenplan. Zo weet u precies wat u nodig hebt voor de aanvraag. 

Dien tijdig schenkingsaangifte in

Hebt u in 2022 van uw ouders een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Of een eenmalig vrijgestelde eigenwoningschenking van iemand anders? Dan moet u – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor wel een schenkingsaangifte indienen. Deze eenmalige vrijstelling kunt u namelijk alleen benutten als u in de schenkingsaangifte hebt verzocht om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet u uiterlijk vóór 1 maart 2023 hebben ingediend. U logt hiervoor in met uw DigiD op MijnBelastingdienst. De eenmalig vrijgestelde schenkingen in 2022 zijn:

  • een vrij te besteden schenking van € 27.231; of
  • een extra verhoogde schenking van € 56.724 voor een dure studie; of
  • een extra verhoogde schenking voor de eigen woning van € 106.671.

Laat uw WOZ-beschikking controleren

Binnenkort valt de WOZ-beschikking 2023 op uw digitale deurmat. De WOZ-waarde 2023 betreft de waarde van uw woning (of gebouw) op de waardepeildatum 1 januari 2022. Volgens de Waarderingskamer (de waakhond van de Wet WOZ) bedroeg de landelijk gemiddelde stijging van de WOZ-woningwaarde maar liefst 17% ten opzichte van de peildatum 1 januari 2021! Des te meer reden om de WOZ-beschikking extra kritisch te (laten) controleren. De WOZ-waarde is immers niet alleen relevant voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor andere belastingen, zoals de inkomstenbelasting en de schenk-  en erfbelasting. Bent u het niet eens met de vastgestelde waarde in de WOZ-beschikking, dan moet u binnen 6 weken na de dagtekening van de beschikking daartegen bezwaar aantekenen bij uw gemeente. U kunt geen bezwaar aantekenen bij de Belastingdienst! Bent  u te laat, dan zit u aan de vastgestelde waarde vast voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor de andere belastingen. 

 

 

In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 7 februari 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.